Selecteren op cognitieve capaciteiten: verschillen in capaciteitentestscores tussen jongvolwassenen met en zonder migratieachtergrond in NederlandDit onderzoek is medegefinancierd door Stichting NOA. Wij bedanken de anonieme reviewers voor de waardevolle suggesties en commentaren op eerdere versies.
Jacqueline van Breemen, Remko H. van den Berg, Sophie Beerepoot
{"title":"Selecteren op cognitieve capaciteiten: verschillen in capaciteitentestscores tussen jongvolwassenen met en zonder migratieachtergrond in NederlandDit onderzoek is medegefinancierd door Stichting NOA. Wij bedanken de anonieme reviewers voor de waardevolle suggesties en commentaren op eerdere versies.","authors":"Jacqueline van Breemen, Remko H. van den Berg, Sophie Beerepoot","doi":"10.5117/2018.031.004.002","DOIUrl":null,"url":null,"abstract":"Cognitieve capaciteitentests worden ingezet als selectie-instrument voor studie en baan. Bij dit selectie-instrument speelt culturele diversiteit een grote rol; groepen met een migratieachtergrond scoren hierop gemiddeld lager. Met behulp van scores op de cognitieve capaciteitentest MCT-M vanaf 1997 wordt de ontwikkeling van deze verschillen tussen groepen met en zonder migratieachtergrond in de afgelopen twintig jaar onderzocht. Wij richten ons eerst op de actuele verschillen in het cohort 2016-2017 tussen jongvolwassenen met een Nederlandse achtergrond, en eerste en tweede generatie jongvolwassenen met een Surinaamse, (voormalig) Antilliaanse, Turkse of Marokkaanse migratieachtergrond. Er blijken nog steeds significante verschillen in cognitieve capaciteitentestscores te bestaan tussen de groep met een Nederlandse achtergrond en de vier migratieachtergrond-groepen. Deze laatsten scoren gemiddeld lager. Tweede generatie jongvolwassenen scoren gemiddeld hoger dan eerste generatie jongvolwassenen. De verschillen zijn gedeeltelijk te verklaren door de immigratieleeftijd van eerste generatie migranten, opleidingsniveau, leeftijd en gender. Daarnaast onderzoeken we de ontwikkeling van de verschillen tussen jongvolwassenen met en zonder migratieachtergrond met betrekking tot cognitieve capaciteitentestscores, door de cohorten 1997-1990 en 2007-2009 in de analyses te betrekken. De resultaten laten zien dat de verschillen voor jongvolwassenen met een eerste generatie migratieachtergrond kleiner zijn geworden op een aantal onderdelen van de capaciteitentest. Geadviseerd wordt om bij de inzet van cognitieve capaciteitentests als selectiemiddel rekening te houden met achtergrondkenmerken van een kandidaat zoals immigratieleeftijd en opleidingsniveau.","PeriodicalId":0,"journal":{"name":"","volume":null,"pages":null},"PeriodicalIF":0.0,"publicationDate":"2018-12-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":"0","resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":null,"PeriodicalName":"","FirstCategoryId":"102","ListUrlMain":"https://doi.org/10.5117/2018.031.004.002","RegionNum":0,"RegionCategory":null,"ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":null,"EPubDate":"","PubModel":"","JCR":"","JCRName":"","Score":null,"Total":0}
引用次数: 0
Abstract
Cognitieve capaciteitentests worden ingezet als selectie-instrument voor studie en baan. Bij dit selectie-instrument speelt culturele diversiteit een grote rol; groepen met een migratieachtergrond scoren hierop gemiddeld lager. Met behulp van scores op de cognitieve capaciteitentest MCT-M vanaf 1997 wordt de ontwikkeling van deze verschillen tussen groepen met en zonder migratieachtergrond in de afgelopen twintig jaar onderzocht. Wij richten ons eerst op de actuele verschillen in het cohort 2016-2017 tussen jongvolwassenen met een Nederlandse achtergrond, en eerste en tweede generatie jongvolwassenen met een Surinaamse, (voormalig) Antilliaanse, Turkse of Marokkaanse migratieachtergrond. Er blijken nog steeds significante verschillen in cognitieve capaciteitentestscores te bestaan tussen de groep met een Nederlandse achtergrond en de vier migratieachtergrond-groepen. Deze laatsten scoren gemiddeld lager. Tweede generatie jongvolwassenen scoren gemiddeld hoger dan eerste generatie jongvolwassenen. De verschillen zijn gedeeltelijk te verklaren door de immigratieleeftijd van eerste generatie migranten, opleidingsniveau, leeftijd en gender. Daarnaast onderzoeken we de ontwikkeling van de verschillen tussen jongvolwassenen met en zonder migratieachtergrond met betrekking tot cognitieve capaciteitentestscores, door de cohorten 1997-1990 en 2007-2009 in de analyses te betrekken. De resultaten laten zien dat de verschillen voor jongvolwassenen met een eerste generatie migratieachtergrond kleiner zijn geworden op een aantal onderdelen van de capaciteitentest. Geadviseerd wordt om bij de inzet van cognitieve capaciteitentests als selectiemiddel rekening te houden met achtergrondkenmerken van een kandidaat zoals immigratieleeftijd en opleidingsniveau.