Swenneke van den Heuvel, L. Bouwens, I. Eekhout, T. Zoomer, W. Hooftman, Karen Oude Hengel
{"title":"Veranderingen in het welbevinden van werknemers tijdens de COVID-19-pandemie: een studie onder zorgpersoneel, onderwijspersoneel en verkopers","authors":"Swenneke van den Heuvel, L. Bouwens, I. Eekhout, T. Zoomer, W. Hooftman, Karen Oude Hengel","doi":"10.5117/go2021.3.002.heuv","DOIUrl":null,"url":null,"abstract":"\n De COVID-19-pandemie en de daarmee getroffen maatregelen zorgden in maart 2020 direct voor grote veranderingen. Er zijn signalen dat deze veranderingen een negatief effect hebben op het welbevinden. Sommige onderzoeken spreken dit echter tegen, met name die onder de werkende bevolking. Mogelijk pakt de pandemie voor sommige groepen juist gunstig uit en voor andere groepen minder, waardoor het totaalbeeld vertekend wordt. In dit onderzoek focussen we ons op drie beroepsgroepen waarvan bekend is dat de COVID-19-pandemie en bijbehorende maatregelen direct een effect hebben op hun werktaken en hoeveelheid werkzaamheden: zorgpersoneel, onderwijspersoneel en verkopers. Met behulp van GEE-analyses onderzoeken we of er sprake is van een significante afname in welbevinden en een verandering in werkfactoren en in hoeverre de werkfactoren gerelateerd zijn aan het welbevinden. Uit de resultaten blijkt dat er slechts op beperkte schaal sprake is van een afname in welbevinden. Er wordt alleen een verslechtering in burn-outklachten gezien bij zorgpersoneel en verkopers. Werkfactoren laten vooral een verandering in gunstige richting zien, met uitzondering van autonomie. Die is in al de onderzochte groepen gedaald. Hoewel we wel een relatie vonden tussen de onderzochte werkfactoren en burn-outklachten, kunnen we de ontwikkelingen in het welbevinden niet verklaren door de verandering in werkfactoren.","PeriodicalId":0,"journal":{"name":"","volume":null,"pages":null},"PeriodicalIF":0.0,"publicationDate":"2021-08-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":"3","resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":null,"PeriodicalName":"","FirstCategoryId":"102","ListUrlMain":"https://doi.org/10.5117/go2021.3.002.heuv","RegionNum":0,"RegionCategory":null,"ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":null,"EPubDate":"","PubModel":"","JCR":"","JCRName":"","Score":null,"Total":0}
引用次数: 3
Abstract
De COVID-19-pandemie en de daarmee getroffen maatregelen zorgden in maart 2020 direct voor grote veranderingen. Er zijn signalen dat deze veranderingen een negatief effect hebben op het welbevinden. Sommige onderzoeken spreken dit echter tegen, met name die onder de werkende bevolking. Mogelijk pakt de pandemie voor sommige groepen juist gunstig uit en voor andere groepen minder, waardoor het totaalbeeld vertekend wordt. In dit onderzoek focussen we ons op drie beroepsgroepen waarvan bekend is dat de COVID-19-pandemie en bijbehorende maatregelen direct een effect hebben op hun werktaken en hoeveelheid werkzaamheden: zorgpersoneel, onderwijspersoneel en verkopers. Met behulp van GEE-analyses onderzoeken we of er sprake is van een significante afname in welbevinden en een verandering in werkfactoren en in hoeverre de werkfactoren gerelateerd zijn aan het welbevinden. Uit de resultaten blijkt dat er slechts op beperkte schaal sprake is van een afname in welbevinden. Er wordt alleen een verslechtering in burn-outklachten gezien bij zorgpersoneel en verkopers. Werkfactoren laten vooral een verandering in gunstige richting zien, met uitzondering van autonomie. Die is in al de onderzochte groepen gedaald. Hoewel we wel een relatie vonden tussen de onderzochte werkfactoren en burn-outklachten, kunnen we de ontwikkelingen in het welbevinden niet verklaren door de verandering in werkfactoren.