{"title":"Globalisering en verantwoordelijkheid","authors":"P. Pekelharing","doi":"10.1347/KRIS.8.1.37","DOIUrl":null,"url":null,"abstract":"Volgens Thomas Pogge gaan jaarlijks tien miljoen kinderen dood aan armoede die wij, burgers en regeringsleiders van rijke landen, veroorzaakt hebben. Door een complex samenspel van landbouwsubsidies, handelsovereenkomsten, leningen, regeringsafspraken enzovoort hebben we een volstrekt uitzichtloze situatie gecreëerd voor miljoenen mensen op deze planeet. Pogge verwijt ons dood door nalatigheid en acht ons daarmee verantwoordelijk voor wat hij een van de grootste misdaden tegen de menselijkheid noemt. Waarom voelen we ons niet schuldig? Dat komt, zegt Pogge, omdat we van mening zijn dat het niet aan ‘ons’ ligt, maar aan ‘hen’, de bevolking ter plaatse. ‘Verklarend nationalisme’ noemt hij dat. We schuiven de zwarte Piet van de schuld op lokale condities af. We zijn blind voor de wijze waarop wij die omstandigheden dagelijks in stand houden. Pogges voorbeelden en argumenten zijn vaak overtuigend. Gebruikmakend van onze machtspositie hebben we volgens Pogge regels en instituties geschapen die de ontstane machtsverschillen tussen arm en rijk niet alleen in stand houden, maar deze ook steeds verder uitvergroten. Natuurlijk zijn er voorbeelden te noemen van landen zoals China, Maleisië of Singapore, die erin geslaagd zijn tegen de stroom op te zwemmen. Dat zijn echter uitzonderingen die de regel bevestigen. Hun succes doet niets af aan het feit dat het tij de arme landen tegenzit en dit onnodig is. De wereldleiders van de rijke landen zijn volgens Pogge zonder noemenswaardige kosten in staat de positie van de armen overal ter wereld te verbeteren. Ze hoeven alleen maar een aantal regels te veranderen – regels die hen verrijken en anderen verarmen. Pogge is zeker niet de enige die beweert dat de armoede in de wereld door eenvoudige ingrepen in de institutionele structuur kan worden teruggebracht. Ook Jeffrey Sachs, ontwikkelingseconoom en hoofd van het millenniumproject bij de VN, is ervan overtuigd dat er bewezen technieken van armoedebestrijding bestaan waarmee we in korte tijd de armoede uit de wereld kunnen helpen.1 Dat kan, meent Sachs zelfs, ‘tegen onwaarschijnlijk lage kosten’2. Zelfs degenen die Pogge beschuldigt, de regeringsleiders van de rijke landen, hebben elkaar in 2000 beloofd de armoede in 2015 tot de helft terug te brengen. Voorlopig ziet het er echter niet naar uit dat het project gaat lukken. Het grote verschil tussen Pogge en de wereldleiders is dat zij zichzelf niet als de veroorzakers van armoede zien. Gegeven deze achtergrond kan je het werk van Pogge op twee manieren beoordelen: (1) doet hij nuttige voorstellen om de armoede te bestrijden en (2) heeft hij gelijk als hij ons schuldig verklaart? Wat Pogges voorstellen 37","PeriodicalId":38842,"journal":{"name":"Krisis","volume":"41 1","pages":"37-41"},"PeriodicalIF":0.0000,"publicationDate":"2007-05-21","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":"0","resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":null,"PeriodicalName":"Krisis","FirstCategoryId":"1085","ListUrlMain":"https://doi.org/10.1347/KRIS.8.1.37","RegionNum":0,"RegionCategory":null,"ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":null,"EPubDate":"","PubModel":"","JCR":"Q3","JCRName":"Arts and Humanities","Score":null,"Total":0}
引用次数: 0
Abstract
Volgens Thomas Pogge gaan jaarlijks tien miljoen kinderen dood aan armoede die wij, burgers en regeringsleiders van rijke landen, veroorzaakt hebben. Door een complex samenspel van landbouwsubsidies, handelsovereenkomsten, leningen, regeringsafspraken enzovoort hebben we een volstrekt uitzichtloze situatie gecreëerd voor miljoenen mensen op deze planeet. Pogge verwijt ons dood door nalatigheid en acht ons daarmee verantwoordelijk voor wat hij een van de grootste misdaden tegen de menselijkheid noemt. Waarom voelen we ons niet schuldig? Dat komt, zegt Pogge, omdat we van mening zijn dat het niet aan ‘ons’ ligt, maar aan ‘hen’, de bevolking ter plaatse. ‘Verklarend nationalisme’ noemt hij dat. We schuiven de zwarte Piet van de schuld op lokale condities af. We zijn blind voor de wijze waarop wij die omstandigheden dagelijks in stand houden. Pogges voorbeelden en argumenten zijn vaak overtuigend. Gebruikmakend van onze machtspositie hebben we volgens Pogge regels en instituties geschapen die de ontstane machtsverschillen tussen arm en rijk niet alleen in stand houden, maar deze ook steeds verder uitvergroten. Natuurlijk zijn er voorbeelden te noemen van landen zoals China, Maleisië of Singapore, die erin geslaagd zijn tegen de stroom op te zwemmen. Dat zijn echter uitzonderingen die de regel bevestigen. Hun succes doet niets af aan het feit dat het tij de arme landen tegenzit en dit onnodig is. De wereldleiders van de rijke landen zijn volgens Pogge zonder noemenswaardige kosten in staat de positie van de armen overal ter wereld te verbeteren. Ze hoeven alleen maar een aantal regels te veranderen – regels die hen verrijken en anderen verarmen. Pogge is zeker niet de enige die beweert dat de armoede in de wereld door eenvoudige ingrepen in de institutionele structuur kan worden teruggebracht. Ook Jeffrey Sachs, ontwikkelingseconoom en hoofd van het millenniumproject bij de VN, is ervan overtuigd dat er bewezen technieken van armoedebestrijding bestaan waarmee we in korte tijd de armoede uit de wereld kunnen helpen.1 Dat kan, meent Sachs zelfs, ‘tegen onwaarschijnlijk lage kosten’2. Zelfs degenen die Pogge beschuldigt, de regeringsleiders van de rijke landen, hebben elkaar in 2000 beloofd de armoede in 2015 tot de helft terug te brengen. Voorlopig ziet het er echter niet naar uit dat het project gaat lukken. Het grote verschil tussen Pogge en de wereldleiders is dat zij zichzelf niet als de veroorzakers van armoede zien. Gegeven deze achtergrond kan je het werk van Pogge op twee manieren beoordelen: (1) doet hij nuttige voorstellen om de armoede te bestrijden en (2) heeft hij gelijk als hij ons schuldig verklaart? Wat Pogges voorstellen 37