{"title":"The world observed/the world conceived in vogelvlucht","authors":"H. Radder","doi":"10.1347/KRIS.8.1.67","DOIUrl":null,"url":null,"abstract":"Als voorzet voor het commentaar begint dit dossier met een beknopte weergave van de hoofdlijnen van het ter discussie staande The world observed/the world conceived.1 Op zijn kortst kan dit boek samengevat worden in de volgende twee stellingen. Ten eerste: alle menselijke waarneming vereist materiële realisering en conceptuele interpretatie van een waarnemingsproces. En ten tweede: de begrippen die gehanteerd worden in zo’n conceptuele interpretatie structureren niet alleen onze werkelijkheid, maar abstraheren er ook van. De centrale thema’s van het boek zijn dan ook ‘waarneming’, ‘begrippen’ en ‘abstractie’, inclusief hun onderlinge relaties. De ambitie is een filosofische theorie te bieden die zowel van toepassing is op wetenschappelijke als op dagelijkse waarnemingen en begrippen. Hoewel het boek hier en daar op epistemologische kwesties ingaat, ligt de nadruk op ontologische, taalfilosofische en wetenschapsfilosofische vraagstukken. Het boek bestaat uit twee delen. Deel 1 biedt een uitvoerige analyse van (visuele) waarneming als een proces met twee hoofdaspecten. Het eerste is de materiële realisering, dat wil zeggen het handelingsen interventieaspect van het doen van waarnemingen. De waarnemer treedt actief in wisselwerking met zijn omgeving en het resultaat van deze materiële interacties is een verandering in zijn materiële toestand. Succesvolle waarneming vereist dat de geschikte condities gerealiseerd zijn: ofwel ter plekke door de waarnemer zelf, ofwel als resultaat van voorafgaande materiële interventies van anderen. In overeenstemming met de benadering van de ‘belichaamde cognitie’ benadrukt deze visie het belang van het menselijk handelen voor de waarneming. Dit houdt in: het bouwen op voorafgaand handelen (waardoor we, bijvoorbeeld, objecten ‘direct’ zien als driedimensionaal); het handelen dat actuele zintuigen hersenactiviteit begeleidt en stuurt (bijvoorbeeld bewegingen van de ogen, het hoofd of het hele lichaam, waardoor we allerlei gedetailleerde kenmerken van een waargenomen object scherper kunnen bepalen); en het toekomstig handelen als medebepalend voor de inhoud van de actuele waarneming (wat we zien is niet het visuele veld in al zijn details, maar wordt medebepaald door onze aandacht die gericht is op die specifieke aspecten van het visuele veld die relevant zijn voor toekomstige handelingen). Het tweede centrale aspect van menselijke waarneming is conceptuele interpretatie. De stelling is dat waarnemingsprocessen altijd conceptueel geïnterpreteerd zijn. Niet alleen wat we zien, maar ook het proces dat nodig is om te zien wat we zien, vereist conceptuele interpretatie. Het eerste kunnen we ook formuleren als: zien is altijd 67","PeriodicalId":38842,"journal":{"name":"Krisis","volume":"85 1","pages":"67-70"},"PeriodicalIF":0.0000,"publicationDate":"2007-05-21","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":"0","resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":null,"PeriodicalName":"Krisis","FirstCategoryId":"1085","ListUrlMain":"https://doi.org/10.1347/KRIS.8.1.67","RegionNum":0,"RegionCategory":null,"ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":null,"EPubDate":"","PubModel":"","JCR":"Q3","JCRName":"Arts and Humanities","Score":null,"Total":0}
引用次数: 0
Abstract
Als voorzet voor het commentaar begint dit dossier met een beknopte weergave van de hoofdlijnen van het ter discussie staande The world observed/the world conceived.1 Op zijn kortst kan dit boek samengevat worden in de volgende twee stellingen. Ten eerste: alle menselijke waarneming vereist materiële realisering en conceptuele interpretatie van een waarnemingsproces. En ten tweede: de begrippen die gehanteerd worden in zo’n conceptuele interpretatie structureren niet alleen onze werkelijkheid, maar abstraheren er ook van. De centrale thema’s van het boek zijn dan ook ‘waarneming’, ‘begrippen’ en ‘abstractie’, inclusief hun onderlinge relaties. De ambitie is een filosofische theorie te bieden die zowel van toepassing is op wetenschappelijke als op dagelijkse waarnemingen en begrippen. Hoewel het boek hier en daar op epistemologische kwesties ingaat, ligt de nadruk op ontologische, taalfilosofische en wetenschapsfilosofische vraagstukken. Het boek bestaat uit twee delen. Deel 1 biedt een uitvoerige analyse van (visuele) waarneming als een proces met twee hoofdaspecten. Het eerste is de materiële realisering, dat wil zeggen het handelingsen interventieaspect van het doen van waarnemingen. De waarnemer treedt actief in wisselwerking met zijn omgeving en het resultaat van deze materiële interacties is een verandering in zijn materiële toestand. Succesvolle waarneming vereist dat de geschikte condities gerealiseerd zijn: ofwel ter plekke door de waarnemer zelf, ofwel als resultaat van voorafgaande materiële interventies van anderen. In overeenstemming met de benadering van de ‘belichaamde cognitie’ benadrukt deze visie het belang van het menselijk handelen voor de waarneming. Dit houdt in: het bouwen op voorafgaand handelen (waardoor we, bijvoorbeeld, objecten ‘direct’ zien als driedimensionaal); het handelen dat actuele zintuigen hersenactiviteit begeleidt en stuurt (bijvoorbeeld bewegingen van de ogen, het hoofd of het hele lichaam, waardoor we allerlei gedetailleerde kenmerken van een waargenomen object scherper kunnen bepalen); en het toekomstig handelen als medebepalend voor de inhoud van de actuele waarneming (wat we zien is niet het visuele veld in al zijn details, maar wordt medebepaald door onze aandacht die gericht is op die specifieke aspecten van het visuele veld die relevant zijn voor toekomstige handelingen). Het tweede centrale aspect van menselijke waarneming is conceptuele interpretatie. De stelling is dat waarnemingsprocessen altijd conceptueel geïnterpreteerd zijn. Niet alleen wat we zien, maar ook het proces dat nodig is om te zien wat we zien, vereist conceptuele interpretatie. Het eerste kunnen we ook formuleren als: zien is altijd 67