{"title":"De eeuw van de grote reparaties","authors":"Gabri Van Tussenbroek","doi":"10.48003/knob.122.2023.1.775","DOIUrl":null,"url":null,"abstract":"Dit artikel gaat in op een aantal zeer ingrijpende reparaties van Amsterdamse gebouwen in de zeventiende en achttiende eeuw. Het gaat daarbij om twee soorten reparaties: herstel van fundamenten en reparatie van steun- en kapconstructies. Problemen met fundamenten konden worden veroorzaakt door een fluctuerende grondwaterstand, een te hoog gelegd fundament of ondeugdelijkheden in de constructie, al dan niet in combinatie met onregelmatigheden in de natuurlijke drassige ondergrond. Behalve huizen, waarvan de fundamenten al veel eerder werden verstevigd, kwamen vanaf de vroege zeventiende eeuw reparaties van torens voor. Daarbij werd doorgaans een extra fundering geslagen waaraan de bestaande structuur werd verankerd. Bekende voorbeelden zijn de Stadhuistoren, de Montelbaanstoren en de toren van de Oude Kerk. \nReparatie van steun- en kapconstructies had vaak een andere reden: achterstallig onderhoud, te zware of onjuiste belasting, bouwfouten en krachtenwerking van buitenaf, zoals wind of andere krachten. De reparatie van de kap van de Burgerzaal in 1700 werd uitgevoerd vanwege een ondeugdelijke constructie en inwatering. Een voorbeeld van krachten van buitenaf vormt de ook in Amsterdam gevoelde aardbeving van Lissabon van 1 november 1755 en twee latere bevingen, in december van dat jaar en op 18 februari 1756. Deze aardschokken waren vermoedelijk de aanleiding dat het stadsbestuur kort hierna bouwvallige huizen in de stad liet slopen, en ook om de Montelbaanstoren en de Oosterkerk ingrijpend te herstellen. \nDe in dit artikel gepresenteerde voorbeelden laten zien dat er soms uiterst kostbare herstellingen moesten worden uitgevoerd om het voortbestaan van een gebouw te garanderen. Hiermee wordt tevens duidelijk dat dit soort herstel weliswaar kan worden ingegeven door een incident zoals een aardbeving, maar dat herstel een fenomeen is dat onlosmakelijk is verbonden met de lange levenscyclus van gebouwen","PeriodicalId":52053,"journal":{"name":"Bulletin KNOB","volume":" ","pages":""},"PeriodicalIF":0.1000,"publicationDate":"2023-03-10","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":"0","resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":null,"PeriodicalName":"Bulletin KNOB","FirstCategoryId":"1085","ListUrlMain":"https://doi.org/10.48003/knob.122.2023.1.775","RegionNum":0,"RegionCategory":null,"ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":null,"EPubDate":"","PubModel":"","JCR":"0","JCRName":"ARCHITECTURE","Score":null,"Total":0}
引用次数: 0
Abstract
Dit artikel gaat in op een aantal zeer ingrijpende reparaties van Amsterdamse gebouwen in de zeventiende en achttiende eeuw. Het gaat daarbij om twee soorten reparaties: herstel van fundamenten en reparatie van steun- en kapconstructies. Problemen met fundamenten konden worden veroorzaakt door een fluctuerende grondwaterstand, een te hoog gelegd fundament of ondeugdelijkheden in de constructie, al dan niet in combinatie met onregelmatigheden in de natuurlijke drassige ondergrond. Behalve huizen, waarvan de fundamenten al veel eerder werden verstevigd, kwamen vanaf de vroege zeventiende eeuw reparaties van torens voor. Daarbij werd doorgaans een extra fundering geslagen waaraan de bestaande structuur werd verankerd. Bekende voorbeelden zijn de Stadhuistoren, de Montelbaanstoren en de toren van de Oude Kerk.
Reparatie van steun- en kapconstructies had vaak een andere reden: achterstallig onderhoud, te zware of onjuiste belasting, bouwfouten en krachtenwerking van buitenaf, zoals wind of andere krachten. De reparatie van de kap van de Burgerzaal in 1700 werd uitgevoerd vanwege een ondeugdelijke constructie en inwatering. Een voorbeeld van krachten van buitenaf vormt de ook in Amsterdam gevoelde aardbeving van Lissabon van 1 november 1755 en twee latere bevingen, in december van dat jaar en op 18 februari 1756. Deze aardschokken waren vermoedelijk de aanleiding dat het stadsbestuur kort hierna bouwvallige huizen in de stad liet slopen, en ook om de Montelbaanstoren en de Oosterkerk ingrijpend te herstellen.
De in dit artikel gepresenteerde voorbeelden laten zien dat er soms uiterst kostbare herstellingen moesten worden uitgevoerd om het voortbestaan van een gebouw te garanderen. Hiermee wordt tevens duidelijk dat dit soort herstel weliswaar kan worden ingegeven door een incident zoals een aardbeving, maar dat herstel een fenomeen is dat onlosmakelijk is verbonden met de lange levenscyclus van gebouwen