De groeicurve van kittens van populaire raskatten tijdens de neonatale periode

Abstract

Dit onderzoek had als doel de normale ontwikkeling en groeicurve van kittens in kaart te brengen. De studie werd uitgevoerd bij raskatten uit België en Nederland waarin kittens werden opgevolgd tijdens de eerste vier levensweken. Het grootste deel van de kittens werd gezoogd door hun moeder, slechts enkele kregen kunstmatige bijvoeding. De kittens met een laag geboortegewicht bleken een grotere kans te hebben op het “fading kitten”-syndroom, meer bepaald als het geboortegewicht lager lag dan 90 g. Het geboortegewicht werd beïnvloed door de pariteit van het moederdier. De leeftijd van het moederdier en het geslacht van de kittens leken geen invloed te hebben op het geboortegewicht van de kittens. De kittens kwamen gemiddeld 10 g per dag aan en verdubbelden hun gewicht op de tiende dag. Op basis van gewichtskwartielen is te zien dat de kittens uit kwartiel 1 een hogere gewichtstoename hadden na 48 uur dan kittens uit de andere kwartielen. Kleinere kittens groeiden sneller dan grotere kittens, waardoor de gewichtsverschillen de neiging hadden te verdwijnen na de eerste drie levensweken.