L. Verharen, J. Wolf, M. Algera, Ina Holtrop, Nicole Moorman, Mariël van Pelt, J. Tuinstra
In 2020 verscheen de landelijke Kennis- en Onderzoeksagenda Sociaal Werk. In deze agenda wordt de sociale kwaliteit benadering als relevant en bruikbaar gezien voor de doorontwikkeling van het beroep sociaal werk. In dit artikel geven we de kern van deze benadering weer en belichten de potentie voor het sociaal werk. Op basis van de uitkomsten van een literatuurstudie en een online uitvraag laten we zien welke toepassingen van de sociale kwaliteit benadering er in het sociaal werk zijn. Voortbouwend op deze toepassingen bieden we in het laatste deel van het artikel handvatten voor verdere wetenschappelijke onderbouwing en doorontwikkeling van het sociaal werk. Dit doen we aan de hand van de vier kennispijlers van de Kennis- en Onderzoeksagenda: bevorderen van sociale samenhang; bevorderen van inclusie; versterken van het gewone leven; en laten doorklinken van de stem van de burger/inwoner. We laten zien hoe in onderzoek naar sociaal werk de constitutionele, conditionele en normatieve factoren van de sociale kwaliteit benadering kunnen worden gebruikt.
{"title":"Waar staan we met sociale kwaliteit in het sociaal werk? Kansen voor de wetenschappelijke onderbouwing en doorontwikkeling van het beroep","authors":"L. Verharen, J. Wolf, M. Algera, Ina Holtrop, Nicole Moorman, Mariël van Pelt, J. Tuinstra","doi":"10.54431/jsi.811","DOIUrl":"https://doi.org/10.54431/jsi.811","url":null,"abstract":"In 2020 verscheen de landelijke Kennis- en Onderzoeksagenda Sociaal Werk. In deze agenda wordt de sociale kwaliteit benadering als relevant en bruikbaar gezien voor de doorontwikkeling van het beroep sociaal werk. In dit artikel geven we de kern van deze benadering weer en belichten de potentie voor het sociaal werk. Op basis van de uitkomsten van een literatuurstudie en een online uitvraag laten we zien welke toepassingen van de sociale kwaliteit benadering er in het sociaal werk zijn. Voortbouwend op deze toepassingen bieden we in het laatste deel van het artikel handvatten voor verdere wetenschappelijke onderbouwing en doorontwikkeling van het sociaal werk. Dit doen we aan de hand van de vier kennispijlers van de Kennis- en Onderzoeksagenda: bevorderen van sociale samenhang; bevorderen van inclusie; versterken van het gewone leven; en laten doorklinken van de stem van de burger/inwoner. We laten zien hoe in onderzoek naar sociaal werk de constitutionele, conditionele en normatieve factoren van de sociale kwaliteit benadering kunnen worden gebruikt.","PeriodicalId":499516,"journal":{"name":"Journal of social intervention: Theory and Practice","volume":"92 3","pages":""},"PeriodicalIF":0.0,"publicationDate":"2024-07-11","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"141657863","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":0,"RegionCategory":"","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Vangnetwerken is het werken aan een vervangend sociaal netwerk voor mensen die in sociaal isolement verkeren of dreigen te geraken. Vangnetwerken is ontwikkeld door Jenny Zwijnenburg, sociaal werker van het jaar 2014. Zij ontwikkelde Vangnetwerken op verschillende plekken in het land en deed onderzoek naar de werkzame bestanddelen ervan. Nu is de interventie erkend als goed onderbouwd en wordt het opgenomen in de Databank Effectieve Sociale Interventies. Bij het maken van de onderbouwing is samengewerkt met Stichting Presentie. Vangnetwerken heeft namelijk een heel praktische kant maar kent ook een stevige theoretische onderbouwing, in de presentietheorie. Hieronder gaan Jenny Zwijnenburg en Guus Timmerman, van Stichting Presentie, in gesprek. Ze beginnen bij de aanleiding en vorming van het eerste vangnetwerk. Vervolgens worden de drie werkzame bestanddelen besproken die Jenny identificeerde. Dat zijn: ‘positief op elkaar betrekken’, ‘activiteiten in een sfeer van georganiseerde chaos’ en ‘sociaal tolken’. Dan komen Jenny en Guus op de vraag hoe een sociaal werker kan leren te Vangnetwerken. Aan het eind gaan ze in op de politieke taak van de sociaal werker.
{"title":"‘Vangnetwerken’: werken aan een vervangend sociaal netwerk ","authors":"J. Zwijnenburg, G. Timmerman","doi":"10.54431/jsi.838","DOIUrl":"https://doi.org/10.54431/jsi.838","url":null,"abstract":"Vangnetwerken is het werken aan een vervangend sociaal netwerk voor mensen die in sociaal isolement verkeren of dreigen te geraken. Vangnetwerken is ontwikkeld door Jenny Zwijnenburg, sociaal werker van het jaar 2014. Zij ontwikkelde Vangnetwerken op verschillende plekken in het land en deed onderzoek naar de werkzame bestanddelen ervan. Nu is de interventie erkend als goed onderbouwd en wordt het opgenomen in de Databank Effectieve Sociale Interventies. Bij het maken van de onderbouwing is samengewerkt met Stichting Presentie. Vangnetwerken heeft namelijk een heel praktische kant maar kent ook een stevige theoretische onderbouwing, in de presentietheorie. Hieronder gaan Jenny Zwijnenburg en Guus Timmerman, van Stichting Presentie, in gesprek. Ze beginnen bij de aanleiding en vorming van het eerste vangnetwerk. Vervolgens worden de drie werkzame bestanddelen besproken die Jenny identificeerde. Dat zijn: ‘positief op elkaar betrekken’, ‘activiteiten in een sfeer van georganiseerde chaos’ en ‘sociaal tolken’. Dan komen Jenny en Guus op de vraag hoe een sociaal werker kan leren te Vangnetwerken. Aan het eind gaan ze in op de politieke taak van de sociaal werker.","PeriodicalId":499516,"journal":{"name":"Journal of social intervention: Theory and Practice","volume":"80 16","pages":""},"PeriodicalIF":0.0,"publicationDate":"2024-07-11","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"141657964","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":0,"RegionCategory":"","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
ABSTRACT Background. This study assessed fidelity and feasibility of the Self-Management of Well-being (SMW) intervention for long-term social assistance recipients (SARs). Methods. Next to evaluation forms and on-site observations, semi-structured interviews with participants and teachers were used, which were recorded and transcribed verbatim. Thematic analysis was performed using ATLAS.ti 23. Results. The intervention was executed with high fidelity, and seems feasible for the target population. Teachers and participants were positive about the intervention, its complexity, facilitation strategies, recruitment, quality of delivery, participant responsiveness, acceptability, and suitability. Participant dropout was relatively high. Discussion. This study contributes to improving the well-being of long-term SARs, as it provides an adequate support tool for this group. Drop-out remains a challenge. The positive results encourage widespread dissemination of the intervention. A study on its effectiveness is underway.
{"title":"Evaluating fidelity and feasibility of the self-management of well-being intervention for long-term social assistance recipients","authors":"Amber Vellinga-Dings, N. Steverink, B. Bilecen","doi":"10.54431/jsi.804","DOIUrl":"https://doi.org/10.54431/jsi.804","url":null,"abstract":"ABSTRACT \u0000Background. This study assessed fidelity and feasibility of the Self-Management of Well-being (SMW) intervention for long-term social assistance recipients (SARs). Methods. Next to evaluation forms and on-site observations, semi-structured interviews with participants and teachers were used, which were recorded and transcribed verbatim. Thematic analysis was performed using ATLAS.ti 23. Results. The intervention was executed with high fidelity, and seems feasible for the target population. Teachers and participants were positive about the intervention, its complexity, facilitation strategies, recruitment, quality of delivery, participant responsiveness, acceptability, and suitability. Participant dropout was relatively high. Discussion. This study contributes to improving the well-being of long-term SARs, as it provides an adequate support tool for this group. Drop-out remains a challenge. The positive results encourage widespread dissemination of the intervention. A study on its effectiveness is underway.","PeriodicalId":499516,"journal":{"name":"Journal of social intervention: Theory and Practice","volume":"41 7","pages":""},"PeriodicalIF":0.0,"publicationDate":"2024-07-11","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"141658538","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":0,"RegionCategory":"","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
{"title":"Moral Case Deliberation with prison staff: Moral themes, evaluation and impact on moral craftsmanship","authors":"Swanny Kremer","doi":"10.54431/jsi.834","DOIUrl":"https://doi.org/10.54431/jsi.834","url":null,"abstract":"","PeriodicalId":499516,"journal":{"name":"Journal of social intervention: Theory and Practice","volume":"73 s313","pages":""},"PeriodicalIF":0.0,"publicationDate":"2024-07-11","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"141834867","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":0,"RegionCategory":"","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
{"title":"Social Work needs masters. (Social) Practice development as an academic contribution to professionalization","authors":"Ellen Meijer, Lucienne van Eijk","doi":"10.54431/jsi.833","DOIUrl":"https://doi.org/10.54431/jsi.833","url":null,"abstract":"","PeriodicalId":499516,"journal":{"name":"Journal of social intervention: Theory and Practice","volume":"77 s331","pages":""},"PeriodicalIF":0.0,"publicationDate":"2024-07-11","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"141834609","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":0,"RegionCategory":"","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Jürgen Magerman, Stefaan De Smet, Jessica De Mayer, W. Vanderplasschen
De paradigmashift van een institutionele geestelijke gezondheidszorg naar meer gemeenschapsgerichte zorg geënt op een herstelgerichte visie hertekent het landschap van de geestelijke gezondheidszorg. Dit impliceert dat de rol, competenties en vaardigheden waarover hulpverleners beschikken eveneens moeten evolueren. Ook de beroepsidentiteiten dreigen te eroderen gezien er meer gekozen wordt voor transdisciplinaire werkvormen. Met dit onderzoek willen we nagaan welke competenties leidinggevenden uit uiteenlopende settings binnen de geestelijke gezondheidszorg noodzakelijk achten voor basiswerkers om in deze nieuwe geestelijke gezondheidsstructuren te werken. Ook wensen we te exploreren wat volgens leidinggevenden en experten de rol van de beroepsidentiteit nog is in deze structuren. 27 participanten bestaande uit 23 leidinggevenden uit drie Belgische GGZ-regio’s en vier experten werden via semigestructureerde interviews bevraagd welke competenties zij als noodzakelijk zien. De ad verbatim getranscribeerde interviews werden via de principes van een inhoudsanalyse geanalyseerd. Zelfsturende organisatievormen sluiten beter aan bij de realiteit van het werkveld. De leidinggevenden benadrukken nieuwe generieke competenties die nodig zijn bij de vermaatschappelijking zoals zelfsturing en netwerking. Beroepsspecificiteit blijft een belangrijke rol spelen, maar is moeilijker benoembaar. Dit uit zich niet in het toekennen van specifieke competenties aan een specifieke beroepsgroep, wel in de blikrichting die deze beroepsgroep heeft, gekleurd door de gehanteerde theoretische kaders.
{"title":"Iedereen doet alles. Een blik op de competenties van GGZ-professionals in een context van deïnstitutionalisering","authors":"Jürgen Magerman, Stefaan De Smet, Jessica De Mayer, W. Vanderplasschen","doi":"10.54431/jsi.808","DOIUrl":"https://doi.org/10.54431/jsi.808","url":null,"abstract":"De paradigmashift van een institutionele geestelijke gezondheidszorg naar meer gemeenschapsgerichte zorg geënt op een herstelgerichte visie hertekent het landschap van de geestelijke gezondheidszorg. Dit impliceert dat de rol, competenties en vaardigheden waarover hulpverleners beschikken eveneens moeten evolueren. Ook de beroepsidentiteiten dreigen te eroderen gezien er meer gekozen wordt voor transdisciplinaire werkvormen.\u0000Met dit onderzoek willen we nagaan welke competenties leidinggevenden uit uiteenlopende settings binnen de geestelijke gezondheidszorg noodzakelijk achten voor basiswerkers om in deze nieuwe geestelijke gezondheidsstructuren te werken. Ook wensen we te exploreren wat volgens leidinggevenden en experten de rol van de beroepsidentiteit nog is in deze structuren. \u0000 \u000027 participanten bestaande uit 23 leidinggevenden uit drie Belgische GGZ-regio’s en vier experten werden via semigestructureerde interviews bevraagd welke competenties zij als noodzakelijk zien. De ad verbatim getranscribeerde interviews werden via de principes van een inhoudsanalyse geanalyseerd. Zelfsturende organisatievormen sluiten beter aan bij de realiteit van het werkveld. De leidinggevenden benadrukken nieuwe generieke competenties die nodig zijn bij de vermaatschappelijking zoals zelfsturing en netwerking. Beroepsspecificiteit blijft een belangrijke rol spelen, maar is moeilijker benoembaar. Dit uit zich niet in het toekennen van specifieke competenties aan een specifieke beroepsgroep, wel in de blikrichting die deze beroepsgroep heeft, gekleurd door de gehanteerde theoretische kaders.","PeriodicalId":499516,"journal":{"name":"Journal of social intervention: Theory and Practice","volume":"65 9","pages":""},"PeriodicalIF":0.0,"publicationDate":"2024-07-11","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"141658112","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":0,"RegionCategory":"","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Actuele ontwikkelingen maken dat er vanuit verschillende gremia hernieuwde aandacht is voor kansenongelijkheid tussen regio’s in Nederland. Het advies Elke regio telt (2023) vormde hier een belangrijke aanzet toe. Echter, een inventarisatie van de focus bij het onderzoek en het onderwijs aan hogescholen binnen het sociaal-ruimtelijke domein laat zien dat er (nog) weinig expliciete aandacht is voor het platteland en haar bewoners. Netwerken, curriculaonderdelen en lectoraatsgroepen richten zich grotendeels op steden en wijken. In dit opiniërend artikel pleiten wij, gezien de stapeling van vraagstukken waarmee plattelandsregio’s en de gemeenschappen te maken krijgen voor meer aandacht voor het platteland vanuit de hbo’s. Gezien de (on)mogelijkheden van lokale dorpsgemeenschappen om hier een bepalende, lange termijn rol in te spelen, is er ook vanuit deze invalshoek meer aandacht nodig van (toekomstige) sociaal werkers en daarmee opleidingen Social Work en aanverwant praktijkonderzoek.
{"title":"Het platteland, de noodzaak voor een nieuw sociaal-ruimtelijk perspectief. Stand van zaken binnen het HBO-onderzoek en onderwijs","authors":"Korrie Melis, Elles Bulder","doi":"10.54431/jsi.810","DOIUrl":"https://doi.org/10.54431/jsi.810","url":null,"abstract":"Actuele ontwikkelingen maken dat er vanuit verschillende gremia hernieuwde aandacht is voor kansenongelijkheid tussen regio’s in Nederland. Het advies Elke regio telt (2023) vormde hier een belangrijke aanzet toe. Echter, een inventarisatie van de focus bij het onderzoek en het onderwijs aan hogescholen binnen het sociaal-ruimtelijke domein laat zien dat er (nog) weinig expliciete aandacht is voor het platteland en haar bewoners. Netwerken, curriculaonderdelen en lectoraatsgroepen richten zich grotendeels op steden en wijken. In dit opiniërend artikel pleiten wij, gezien de stapeling van vraagstukken waarmee plattelandsregio’s en de gemeenschappen te maken krijgen voor meer aandacht voor het platteland vanuit de hbo’s. Gezien de (on)mogelijkheden van lokale dorpsgemeenschappen om hier een bepalende, lange termijn rol in te spelen, is er ook vanuit deze invalshoek meer aandacht nodig van (toekomstige) sociaal werkers en daarmee opleidingen Social Work en aanverwant praktijkonderzoek.","PeriodicalId":499516,"journal":{"name":"Journal of social intervention: Theory and Practice","volume":"27 1","pages":""},"PeriodicalIF":0.0,"publicationDate":"2024-07-11","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"141658709","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":0,"RegionCategory":"","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Volgens artikel 12 van het Internationale Kinderrechtenverdrag hebben alle kinderen het recht om hun mening te uiten en gehoord te worden. In de Nederlandse jeugdhulp hebben kinderen echter weinig inspraak. In dit artikel wordt onderzocht hoe ervaringsdeskundigen ingezet kunnen worden om jeugdparticipatie in de jeugdhulp te versterken. In acht semigestructureerde interviews is de rol van jonge ervaringsdeskundigen (21-29 jaar) in het borgen en bevorderen van jeugdparticipatie in jeugdhulp onderzocht. Hiervoor is het Participatiemodel (Lundy, 2007) gebruikt. Uit de resultaten blijkt dat ervaringsdeskundigen rollen voor zichzelf zien als vertalers en bruggenbouwers om de stem en invloed van kinderen in de jeugdhulp te versterken. Om deze rollen te kunnen vervullen, gaven ze aan behoefte te hebben aan ondersteuning en facilitering. Een cultuuromslag in het denken over jeugdparticipatie in de jeugdhulp is daarvoor nodig.
{"title":"De rol van jonge ervaringsdeskundigen in het versterken van jeugdparticipatie in de jeugdhulp","authors":"Lieselotte Peeters, Hilde Wierda-Boer","doi":"10.54431/jsi.807","DOIUrl":"https://doi.org/10.54431/jsi.807","url":null,"abstract":"Volgens artikel 12 van het Internationale Kinderrechtenverdrag hebben alle kinderen het recht om hun mening te uiten en gehoord te worden. In de Nederlandse jeugdhulp hebben kinderen echter weinig inspraak. In dit artikel wordt onderzocht hoe ervaringsdeskundigen ingezet kunnen worden om jeugdparticipatie in de jeugdhulp te versterken. In acht semigestructureerde interviews is de rol van jonge ervaringsdeskundigen (21-29 jaar) in het borgen en bevorderen van jeugdparticipatie in jeugdhulp onderzocht. Hiervoor is het Participatiemodel (Lundy, 2007) gebruikt. Uit de resultaten blijkt dat ervaringsdeskundigen rollen voor zichzelf zien als vertalers en bruggenbouwers om de stem en invloed van kinderen in de jeugdhulp te versterken. Om deze rollen te kunnen vervullen, gaven ze aan behoefte te hebben aan ondersteuning en facilitering. Een cultuuromslag in het denken over jeugdparticipatie in de jeugdhulp is daarvoor nodig.","PeriodicalId":499516,"journal":{"name":"Journal of social intervention: Theory and Practice","volume":"142 2","pages":""},"PeriodicalIF":0.0,"publicationDate":"2024-07-11","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"141655819","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":0,"RegionCategory":"","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
{"title":"Listening to People. A Practical Guide to Interviewing, Participant Observation, Data Analysis, and Writing It All Up","authors":"Jeroen Boekhoven","doi":"10.54431/jsi.835","DOIUrl":"https://doi.org/10.54431/jsi.835","url":null,"abstract":"","PeriodicalId":499516,"journal":{"name":"Journal of social intervention: Theory and Practice","volume":"135 36","pages":""},"PeriodicalIF":0.0,"publicationDate":"2024-07-11","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"141656382","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":0,"RegionCategory":"","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Het realiseren van de belofte van gelijke kansen voor iedereen, is verder weg dan ooit. De kloof tussen theoretisch en praktisch opgeleiden wordt steeds groter. Volgens psycholoog en filosoof Kees Vuyk komt dit door een ideaal van gelijkheid, dat verkeerd heeft uitgepakt. Zijn uitgangspunt is dat mensen niet gelijk zijn. Als samenleving zouden we daar meer oog voor moeten hebben. Voortbordurend op zijn eerder verschenen boek Oude en nieuwe ongelijkheid, doelt Vuyk op het verschil in intelligentie tussen mensen (Vuyk, 2017). Volgens Vuyk is er sprake van een nieuwe ordening waarbij volk en elite zich onderscheiden op basis van intelligentie. Het gelijkekansenbeleid, door Vuyk verheffingspolitiek genoemd, draagt in sterke mate bij aan dit onderscheid, omdat het ongelijke startposities van mensen negeert. Het gelijkheidsideaal waarop het beleid gestoeld is, berust op een mensbeeld, waarin ieder individu verantwoordelijk is voor zijn eigen succes. Het (onbedoelde) resultaat van het streven naar meer gelijkheid is een drastische toename van de sociaal-economische ongelijkheid.
{"title":"HET OMARMEN VAN ONGELIJKHEID ALS UITGANGSPUNT","authors":"Charlotte Vissenberg","doi":"10.54431/jsi.786","DOIUrl":"https://doi.org/10.54431/jsi.786","url":null,"abstract":"Het realiseren van de belofte van gelijke kansen voor iedereen, is verder weg dan ooit. De kloof tussen theoretisch en praktisch opgeleiden wordt steeds groter. Volgens psycholoog en filosoof Kees Vuyk komt dit door een ideaal van gelijkheid, dat verkeerd heeft uitgepakt. Zijn uitgangspunt is dat mensen niet gelijk zijn. Als samenleving zouden we daar meer oog voor moeten hebben. Voortbordurend op zijn eerder verschenen boek Oude en nieuwe ongelijkheid, doelt Vuyk op het verschil in intelligentie tussen mensen (Vuyk, 2017). Volgens Vuyk is er sprake van een nieuwe ordening waarbij volk en elite zich onderscheiden op basis van intelligentie. Het gelijkekansenbeleid, door Vuyk verheffingspolitiek genoemd, draagt in sterke mate bij aan dit onderscheid, omdat het ongelijke startposities van mensen negeert. Het gelijkheidsideaal waarop het beleid gestoeld is, berust op een mensbeeld, waarin ieder individu verantwoordelijk is voor zijn eigen succes. Het (onbedoelde) resultaat van het streven naar meer gelijkheid is een drastische toename van de sociaal-economische ongelijkheid.","PeriodicalId":499516,"journal":{"name":"Journal of social intervention: Theory and Practice","volume":"43 1","pages":"0"},"PeriodicalIF":0.0,"publicationDate":"2023-10-09","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"135147419","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":0,"RegionCategory":"","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
京公网安备 11010802042870号
京ICP备2023020795号-1
扫码关注我们
求助内容：
应助结果提醒方式：