Pub Date : 2019-04-01DOI: 10.5553/TVC/0165182X2019061001001
Louis Favril, A. Dirkzwager
Internationaal onderzoek toont consistent aan dat psychische gezondheidsproblemen (psychiatrische stoornissen, psychische klachten en middelengebruik) disproportioneel vaker voorkomen bij gedetineerden in vergelijking met de algemene bevolking. Een slechte psychische gezondheid gaat gepaard met verschillende ongunstige uitkomsten, waaronder suicide. In de afgelopen jaren werden veel nieuwe Belgische en Nederlandse gegevens over dit thema gepubliceerd in de wetenschappelijke literatuur, die tot op heden niet werden gebundeld. In deze systematische literatuurstudie wordt een up-to-date overzicht gegeven van onderzoeksbevindingen omtrent de omvang van psychische problemen bij gedetineerden in Belgie en Nederland. Gebaseerd op 24 empirische studies uitgevoerd in 1997–2018 blijkt dat personen met psychische problemen oververtegenwoordigd zijn in Belgische en Nederlandse gevangenissen. Dit vormt zowel een uitdaging als een opportuniteit om tegemoet te komen aan de zorgbehoeften van deze kwetsbare populatie. Investeren in de preventie en behandeling van psychische problemen komt niet alleen de gedetineerden in kwestie ten goede, maar evenzeer de maatschappij in brede zin.
{"title":"De psychische gezondheid van gedetineerden in België en Nederland: een systematisch overzicht","authors":"Louis Favril, A. Dirkzwager","doi":"10.5553/TVC/0165182X2019061001001","DOIUrl":"https://doi.org/10.5553/TVC/0165182X2019061001001","url":null,"abstract":"Internationaal onderzoek toont consistent aan dat psychische gezondheidsproblemen (psychiatrische stoornissen, psychische klachten en middelengebruik) disproportioneel vaker voorkomen bij gedetineerden in vergelijking met de algemene bevolking. Een slechte psychische gezondheid gaat gepaard met verschillende ongunstige uitkomsten, waaronder suicide. In de afgelopen jaren werden veel nieuwe Belgische en Nederlandse gegevens over dit thema gepubliceerd in de wetenschappelijke literatuur, die tot op heden niet werden gebundeld. In deze systematische literatuurstudie wordt een up-to-date overzicht gegeven van onderzoeksbevindingen omtrent de omvang van psychische problemen bij gedetineerden in Belgie en Nederland. Gebaseerd op 24 empirische studies uitgevoerd in 1997–2018 blijkt dat personen met psychische problemen oververtegenwoordigd zijn in Belgische en Nederlandse gevangenissen. Dit vormt zowel een uitdaging als een opportuniteit om tegemoet te komen aan de zorgbehoeften van deze kwetsbare populatie. Investeren in de preventie en behandeling van psychische problemen komt niet alleen de gedetineerden in kwestie ten goede, maar evenzeer de maatschappij in brede zin.","PeriodicalId":127105,"journal":{"name":"Tijdschrift voor Criminologie","volume":"40 1","pages":"0"},"PeriodicalIF":0.0,"publicationDate":"2019-04-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"115443545","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":0,"RegionCategory":"","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Pub Date : 2019-04-01DOI: 10.5553/TVC/0165182X2019061002003
C. V. D. Laan, S. V. D. Weijer, Michel Nivard, D. Boomsma
In deze tweelingstudie is de rol van genetische en culturele transmissie bij intergenerati‐onele continuiteit van normoverschrijdend gedrag (NoG) onderzocht. Op grond van deovereenkomsten binnen 3.982 Nederlandse tweelingparen van 13 tot 17 jaar werd derelatieve invloed van genetische factoren (G), gedeelde omgeving (C) en unieke omge‐ving (E) op NoG geschat. Culturele transmissie, het doorgeven van kennis, normen enwaarden, vormt deels de gedeelde omgeving van kinderen die opgroeien in hetzelfdegezin. We vonden geen significante invloed van gedeelde omgeving, en daarmee geenevidentie voor culturele transmissie. Genetische invloeden verklaarden 60 procent vande individuele verschillen in normoverschrijdend gedrag van 13- tot 17-jarigen. Dezeresultaten suggereren dat intergenerationele continuiteit bij normoverschrijdendgedrag op deze leeftijd vooral gedreven wordt door genetische transmissie.
{"title":"Een tweelingstudie naar\u0000 indicatoren van genetische en culturele\u0000 transmissie","authors":"C. V. D. Laan, S. V. D. Weijer, Michel Nivard, D. Boomsma","doi":"10.5553/TVC/0165182X2019061002003","DOIUrl":"https://doi.org/10.5553/TVC/0165182X2019061002003","url":null,"abstract":"In deze tweelingstudie is de rol van genetische en culturele transmissie bij intergenerati‐onele continuiteit van normoverschrijdend gedrag (NoG) onderzocht. Op grond van deovereenkomsten binnen 3.982 Nederlandse tweelingparen van 13 tot 17 jaar werd derelatieve invloed van genetische factoren (G), gedeelde omgeving (C) en unieke omge‐ving (E) op NoG geschat. Culturele transmissie, het doorgeven van kennis, normen enwaarden, vormt deels de gedeelde omgeving van kinderen die opgroeien in hetzelfdegezin. We vonden geen significante invloed van gedeelde omgeving, en daarmee geenevidentie voor culturele transmissie. Genetische invloeden verklaarden 60 procent vande individuele verschillen in normoverschrijdend gedrag van 13- tot 17-jarigen. Dezeresultaten suggereren dat intergenerationele continuiteit bij normoverschrijdendgedrag op deze leeftijd vooral gedreven wordt door genetische transmissie.","PeriodicalId":127105,"journal":{"name":"Tijdschrift voor Criminologie","volume":"16 1","pages":"0"},"PeriodicalIF":0.0,"publicationDate":"2019-04-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"123830234","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":0,"RegionCategory":"","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Pub Date : 2019-04-01DOI: 10.5553/TVC/0165182X2019061001005
M. Junger
{"title":"Cyber-offenders versus traditional offenders: an empirical comparison","authors":"M. Junger","doi":"10.5553/TVC/0165182X2019061001005","DOIUrl":"https://doi.org/10.5553/TVC/0165182X2019061001005","url":null,"abstract":"","PeriodicalId":127105,"journal":{"name":"Tijdschrift voor Criminologie","volume":"1 1","pages":"0"},"PeriodicalIF":0.0,"publicationDate":"2019-04-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"131207041","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":0,"RegionCategory":"","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Pub Date : 2019-04-01DOI: 10.5553/TVC/0165182X2019061001002
M. Soudijn
In dit artikel staat het financiële leven centraal van 131 Nederlandse burgers die naar Syrië vertrokken om zich in het kalifaat te vestigen of zich bij de terroristische groepe‐ ring IS aan te sluiten. Voor de analyse is gebruik gemaakt van hun bancaire transacties, teruggerekend tot een jaar voor hun vertrek. Het gaat in totaal om meer dan 60.000 transacties. Er is gekeken naar inkomsten uit arbeid, vormen van sociale bijstand, stu‐ diebeurzen en overige inkomsten of uitgaven. Op basis van deze gegevens is een goed beeld op te bouwen van hun financiële zelfredzaamheid, oftewel de mate waarin iemand in staat is op eigen kracht in zijn levensonderhoud te voorzien. Uit de analyse blijkt dat slechts 5 procent financieel zelfredzaam is. Voor een deel is deze slechte score te verklaren doordat bijna de helft van de uitreizigers jonger is dan 23 jaar en/of studie‐ financiering ontvangt. Hun inkomenspositie verschilt nauwelijks van gewone studen‐ ten. Voor oudere uitreizigers is het een ander verhaal. Van de personen die 23 jaar of ouder zijn en al minstens een jaar geen studiefinanciering hebben ontvangen, is slechts 9 procent financieel zelfredzaam. Wellicht kan de afhankelijkheidsrelatie van de over‐ heid in het kader van terrorismepreventie ook gebruikt worden om een vorm van toe‐ zicht te houden.
{"title":"Van salafistisch gedachtegoed alleen kun je niet leven: de financiële zelfredzaamheid van 131 uitreizigers nader bekeken","authors":"M. Soudijn","doi":"10.5553/TVC/0165182X2019061001002","DOIUrl":"https://doi.org/10.5553/TVC/0165182X2019061001002","url":null,"abstract":"In dit artikel staat het financiële leven centraal van 131 Nederlandse burgers die naar Syrië vertrokken om zich in het kalifaat te vestigen of zich bij de terroristische groepe‐ ring IS aan te sluiten. Voor de analyse is gebruik gemaakt van hun bancaire transacties, teruggerekend tot een jaar voor hun vertrek. Het gaat in totaal om meer dan 60.000 transacties. Er is gekeken naar inkomsten uit arbeid, vormen van sociale bijstand, stu‐ diebeurzen en overige inkomsten of uitgaven. Op basis van deze gegevens is een goed beeld op te bouwen van hun financiële zelfredzaamheid, oftewel de mate waarin iemand in staat is op eigen kracht in zijn levensonderhoud te voorzien. Uit de analyse blijkt dat slechts 5 procent financieel zelfredzaam is. Voor een deel is deze slechte score te verklaren doordat bijna de helft van de uitreizigers jonger is dan 23 jaar en/of studie‐ financiering ontvangt. Hun inkomenspositie verschilt nauwelijks van gewone studen‐ ten. Voor oudere uitreizigers is het een ander verhaal. Van de personen die 23 jaar of ouder zijn en al minstens een jaar geen studiefinanciering hebben ontvangen, is slechts 9 procent financieel zelfredzaam. Wellicht kan de afhankelijkheidsrelatie van de over‐ heid in het kader van terrorismepreventie ook gebruikt worden om een vorm van toe‐ zicht te houden.","PeriodicalId":127105,"journal":{"name":"Tijdschrift voor Criminologie","volume":"20 1","pages":"0"},"PeriodicalIF":0.0,"publicationDate":"2019-04-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"128588208","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":0,"RegionCategory":"","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Pub Date : 2019-04-01DOI: 10.5553/TVC/0165182X2019061001004
M. Liem, E. Bakker
Terrorisme kan bezien worden als een extreme vorm van (gewelddadig) crimineelgedrag. Tegen deze achtergrond is het noodzakelijk om kennis uit de criminologie te vergaren,om zo terrorismeonderzoek te versterken. In dit overzicht beschrijven de auteurshoe criminologische theorieen een significante bijdrage kunnen leveren in het duidenvan de onderliggende oorzaken van terrorisme. Eerdere bijdragen van de criminologieaan terrorismeonderzoek waren voornamelijk theorieverbredend opgesteld, zoals deroutine-activiteitentheorie, de rationele-keuzetheorie en de strain-theorie, maar hetontbrak bij deze exercities aan empirische gegevens. Er is op heden weinig bekend overempirische bruikbaarheid en toepasbaarheid van andere criminologische theorieen,waarbij vooral desistance-theorieen nadere aandacht verdienen. Voor een beter en brederbegrip van terrorisme alsook een beter contraterrorismebeleid dienen empirischedata verzameld te worden. Zo kunnen terrorismeonderzoekers, in nauwe samenwerkingmet criminologen, de noodzakelijke empirische en theoretische verdieping aanbrengenin dit relatief onontgonnen veld.
{"title":"De toegevoegde waarde van criminologie in terrorismeonderzoek","authors":"M. Liem, E. Bakker","doi":"10.5553/TVC/0165182X2019061001004","DOIUrl":"https://doi.org/10.5553/TVC/0165182X2019061001004","url":null,"abstract":"Terrorisme kan bezien worden als een extreme vorm van (gewelddadig) crimineelgedrag. Tegen deze achtergrond is het noodzakelijk om kennis uit de criminologie te vergaren,om zo terrorismeonderzoek te versterken. In dit overzicht beschrijven de auteurshoe criminologische theorieen een significante bijdrage kunnen leveren in het duidenvan de onderliggende oorzaken van terrorisme. Eerdere bijdragen van de criminologieaan terrorismeonderzoek waren voornamelijk theorieverbredend opgesteld, zoals deroutine-activiteitentheorie, de rationele-keuzetheorie en de strain-theorie, maar hetontbrak bij deze exercities aan empirische gegevens. Er is op heden weinig bekend overempirische bruikbaarheid en toepasbaarheid van andere criminologische theorieen,waarbij vooral desistance-theorieen nadere aandacht verdienen. Voor een beter en brederbegrip van terrorisme alsook een beter contraterrorismebeleid dienen empirischedata verzameld te worden. Zo kunnen terrorismeonderzoekers, in nauwe samenwerkingmet criminologen, de noodzakelijke empirische en theoretische verdieping aanbrengenin dit relatief onontgonnen veld.","PeriodicalId":127105,"journal":{"name":"Tijdschrift voor Criminologie","volume":"5 1","pages":"0"},"PeriodicalIF":0.0,"publicationDate":"2019-04-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"127219759","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":0,"RegionCategory":"","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Pub Date : 2019-04-01DOI: 10.5553/TVC/0165182X2019061001006
G. Meershoek
{"title":"De eigen wereld van de private opsporing","authors":"G. Meershoek","doi":"10.5553/TVC/0165182X2019061001006","DOIUrl":"https://doi.org/10.5553/TVC/0165182X2019061001006","url":null,"abstract":"","PeriodicalId":127105,"journal":{"name":"Tijdschrift voor Criminologie","volume":"71 1","pages":"0"},"PeriodicalIF":0.0,"publicationDate":"2019-04-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"126246544","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":0,"RegionCategory":"","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Pub Date : 2019-03-01DOI: 10.5553/TvC/0165182X2019061001003
Emily Berger, Vera de Berk, J. Beijers, A. Blokland
Illegale hennepteelt wordt in toenemende mate gezien als een groot maatschappelijkprobleem. Veel van het bestaande onderzoek richt zich daarbij echter op de criminele organisaties actief op de cannabismarkt en de criminele winsten die hierbij worden gemaakt. Het huidige onderzoek richt zich specifiek op de actoren aan de onderkant van de cannabismarkt – de thuistelers – en beantwoordt de volgende vraag: welke factoren beinvloeden de kans op het aantreffen van een illegale hennepplantage op een bepaaldwoonadres? In dit onderzoek is gekeken naar risico- en beschermende factoren op per‐soonsniveau, zoals de gezinssamenstelling en financiele positie van bewoners, en risico-en beschermende factoren op buurtniveau, zoals de sociale cohesie, fysieke desorganisatie en het criminaliteitsniveau in een bepaalde buurt. In dit onderzoek is gebruikgemaakt van gegevens van 401 illegale hennepkwekerijen die in de periode 2011 tot en met 2016 werden ontdekt in woningen in Eindhoven. Gegevens uit verschillende kwantitatieve databronnen – zoals gegevens uit het BRP en het Sociaal Domein en gegevensafkomstig uit de gemeentelijke buurtmonitoren – zijn gecombineerd en geanalyseerddoor middel van een multilevel logistische regressie. De resultaten suggereren dat het risico op een illegale hennepplantage in de woning in belangrijke mate wordt beinvloeddoor individuele factoren. Zo lijkt het samenwonen met een partner de kans op hennep‐teelt te verlagen, terwijl gescheiden zijn die kans juist lijkt te doen toenemen. Ook het type woning blijkt van invloed. Op buurtniveau blijken fysieke desorganisatie van de buurt en de aanwezigheid van andere hennepkwekerijen de enige voorspellers voor hen‐nepteelt. Deze resultaten worden besproken in het licht van criminologische theorieen aangaande participatie in criminaliteit, waarbij gebruik wordt gemaakt van de theoretische concepten motivatie, gelegenheid en controle (willen, kunnen en durven).
{"title":"Een kwantitatief onderzoek naar risico- en beschermende factoren op persoons- en buurtniveau voor illegale hennepplantages in woningen","authors":"Emily Berger, Vera de Berk, J. Beijers, A. Blokland","doi":"10.5553/TvC/0165182X2019061001003","DOIUrl":"https://doi.org/10.5553/TvC/0165182X2019061001003","url":null,"abstract":"Illegale hennepteelt wordt in toenemende mate gezien als een groot maatschappelijkprobleem. Veel van het bestaande onderzoek richt zich daarbij echter op de criminele organisaties actief op de cannabismarkt en de criminele winsten die hierbij worden gemaakt. Het huidige onderzoek richt zich specifiek op de actoren aan de onderkant van de cannabismarkt – de thuistelers – en beantwoordt de volgende vraag: welke factoren beinvloeden de kans op het aantreffen van een illegale hennepplantage op een bepaaldwoonadres? In dit onderzoek is gekeken naar risico- en beschermende factoren op per‐soonsniveau, zoals de gezinssamenstelling en financiele positie van bewoners, en risico-en beschermende factoren op buurtniveau, zoals de sociale cohesie, fysieke desorganisatie en het criminaliteitsniveau in een bepaalde buurt. In dit onderzoek is gebruikgemaakt van gegevens van 401 illegale hennepkwekerijen die in de periode 2011 tot en met 2016 werden ontdekt in woningen in Eindhoven. Gegevens uit verschillende kwantitatieve databronnen – zoals gegevens uit het BRP en het Sociaal Domein en gegevensafkomstig uit de gemeentelijke buurtmonitoren – zijn gecombineerd en geanalyseerddoor middel van een multilevel logistische regressie. De resultaten suggereren dat het risico op een illegale hennepplantage in de woning in belangrijke mate wordt beinvloeddoor individuele factoren. Zo lijkt het samenwonen met een partner de kans op hennep‐teelt te verlagen, terwijl gescheiden zijn die kans juist lijkt te doen toenemen. Ook het type woning blijkt van invloed. Op buurtniveau blijken fysieke desorganisatie van de buurt en de aanwezigheid van andere hennepkwekerijen de enige voorspellers voor hen‐nepteelt. Deze resultaten worden besproken in het licht van criminologische theorieen aangaande participatie in criminaliteit, waarbij gebruik wordt gemaakt van de theoretische concepten motivatie, gelegenheid en controle (willen, kunnen en durven).","PeriodicalId":127105,"journal":{"name":"Tijdschrift voor Criminologie","volume":"1 1","pages":"0"},"PeriodicalIF":0.0,"publicationDate":"2019-03-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"126166820","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":0,"RegionCategory":"","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Pub Date : 2018-12-01DOI: 10.5553/TVC/0165182X2018060004008
E. Maes
{"title":"Uitdagingen bij het voorspellen\u0000 van recidive op basis van nationale\u0000 strafregisterdata","authors":"E. Maes","doi":"10.5553/TVC/0165182X2018060004008","DOIUrl":"https://doi.org/10.5553/TVC/0165182X2018060004008","url":null,"abstract":"","PeriodicalId":127105,"journal":{"name":"Tijdschrift voor Criminologie","volume":"1 1","pages":"0"},"PeriodicalIF":0.0,"publicationDate":"2018-12-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"129379323","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":0,"RegionCategory":"","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Pub Date : 2018-12-01DOI: 10.5553/tvc/0165182x2018060004011
Liza J. M. Cornet
{"title":"Do not restrain the prisoner’s\u0000 brain","authors":"Liza J. M. Cornet","doi":"10.5553/tvc/0165182x2018060004011","DOIUrl":"https://doi.org/10.5553/tvc/0165182x2018060004011","url":null,"abstract":"","PeriodicalId":127105,"journal":{"name":"Tijdschrift voor Criminologie","volume":"85 1","pages":"0"},"PeriodicalIF":0.0,"publicationDate":"2018-12-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"132178714","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":0,"RegionCategory":"","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Pub Date : 2018-12-01DOI: 10.5553/TVC/0165182X2018060004005
H. Nelen, E. Kolthoff
The most recent extensive study on political and administrative corruption in The Netherlands dates back to 2005 (Huberts & Nelen, 2005). Afterwards various studies have been conducted on related subthemes and areas. In this contribution, the state of affairs regarding political and administrative corruption – and the responses to them – in The Netherlands in 2018 is described, based on the results of these studies. Starting with an overview of the nature and severity of political and administrative corruption, the focus shifts to relevant developments in the control and prevention of corruption, partly addressing the causes of the phenomenon.
{"title":"Ambtelijke en bestuurlijke\u0000 corruptie in Nederland; waar staan\u0000 we anno 2018?","authors":"H. Nelen, E. Kolthoff","doi":"10.5553/TVC/0165182X2018060004005","DOIUrl":"https://doi.org/10.5553/TVC/0165182X2018060004005","url":null,"abstract":"The most recent extensive study on political and administrative corruption in The Netherlands dates back to 2005 (Huberts & Nelen, 2005). Afterwards various studies have been conducted on related subthemes and areas. In this contribution, the state of affairs regarding political and administrative corruption – and the responses to them – in The Netherlands in 2018 is described, based on the results of these studies. Starting with an overview of the nature and severity of political and administrative corruption, the focus shifts to relevant developments in the control and prevention of corruption, partly addressing the causes of the phenomenon.","PeriodicalId":127105,"journal":{"name":"Tijdschrift voor Criminologie","volume":"36 1","pages":"0"},"PeriodicalIF":0.0,"publicationDate":"2018-12-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"125960474","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":0,"RegionCategory":"","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
京公网安备 11010802042870号
京ICP备2023020795号-1
扫码关注我们
求助内容：
应助结果提醒方式：