Klaske N. Veth, H.P.L.M. Korzilius, B. Heijden, A.L.H. Lange
Dit artikel beschrijft een longitudinale studie naar de relaties tussen de bevlogenheid, inzetbaarheid en ervaren gezondheid van uitzendkrachten van 65 jaar en ouder (de zogenaamde bridge workers in uitzendwerk), aanwezigheid en gebruik van behoud- en ontwikkelingsgericht HRM en ervaren steun van leidinggevenden en collega's bij inlenende organisaties. Er blijkt géén relatie tussen aanwezigheid en gebruik van HR maatregelen, steun van leidinggevende en collega's en bevlogenheid, inzetbaarheid en ervaren gezondheid. Daarop is één uitzondering. De ervaren aanwezigheid van HR maatregelen gericht op behoud van inzetbaarheid heeft een significant positieve invloed op de ervaren sociale steun een jaar later, en uiteindelijk ook op de bevlogenheid, inzetbaarheid en ervaren gezondheid van bridge workers in uitzendwerk. Blijkbaar werkt voor de 65+ uitzendkrachten alleen het idee van de aanwezigheid van bijvoorbeeld ergonomische aanpassingen bij de inlenende organisatie positief door. Hoewel de invloed van HRM minimaal blijkt, zijn de effecten van sociale steun van leidinggevende en collega's op bevlogenheid, inzetbaarheid en ervaren gezondheid erg sterk. Voor bridge workers in uitzendwerk lijkt het dus belangrijk om een goede relatie met de manager en collega's te hebben die wordt gekenmerkt door wederzijds respect, vertrouwen en loyaliteit.
{"title":"Bridge workers in uitzendwerk: Wat kunnen HRM en sociale steun betekenen voor uitzendkrachten van 65-plus?","authors":"Klaske N. Veth, H.P.L.M. Korzilius, B. Heijden, A.L.H. Lange","doi":"10.5117/thrm2019.3.veth","DOIUrl":"https://doi.org/10.5117/thrm2019.3.veth","url":null,"abstract":"Dit artikel beschrijft een longitudinale studie naar de relaties tussen de bevlogenheid, inzetbaarheid en ervaren gezondheid van uitzendkrachten van 65 jaar en ouder (de zogenaamde bridge workers in uitzendwerk), aanwezigheid en gebruik van behoud- en ontwikkelingsgericht HRM en ervaren\u0000 steun van leidinggevenden en collega's bij inlenende organisaties. Er blijkt géén relatie tussen aanwezigheid en gebruik van HR maatregelen, steun van leidinggevende en collega's en bevlogenheid, inzetbaarheid en ervaren gezondheid. Daarop is één uitzondering. De\u0000 ervaren aanwezigheid van HR maatregelen gericht op behoud van inzetbaarheid heeft een significant positieve invloed op de ervaren sociale steun een jaar later, en uiteindelijk ook op de bevlogenheid, inzetbaarheid en ervaren gezondheid van bridge workers in uitzendwerk. Blijkbaar werkt voor\u0000 de 65+ uitzendkrachten alleen het idee van de aanwezigheid van bijvoorbeeld ergonomische aanpassingen bij de inlenende organisatie positief door. Hoewel de invloed van HRM minimaal blijkt, zijn de effecten van sociale steun van leidinggevende en collega's op bevlogenheid, inzetbaarheid en\u0000 ervaren gezondheid erg sterk. Voor bridge workers in uitzendwerk lijkt het dus belangrijk om een goede relatie met de manager en collega's te hebben die wordt gekenmerkt door wederzijds respect, vertrouwen en loyaliteit.","PeriodicalId":389463,"journal":{"name":"Tijdschrift voor HRM","volume":"53 1","pages":"0"},"PeriodicalIF":0.0,"publicationDate":"2019-10-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"126010602","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":0,"RegionCategory":"","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Het gros van de arbeidstijden in Nederland kenmerkt zich nog steeds door het '9 tot 5' patroon. Het is een praktijk die, qua vorm, in feite teruggaat naar het begin van de Industriële Revolutie midden 18de eeuw. Inmiddels is de samenleving ingrijpend gewijzigd. En met de huidige turbulente ontwikkelingen worden de eerste haarscheurtjes in het bolwerk van de traditionele arbeidstijden zichtbaar. Het is de hoogste tijd voor duurzame, flexibele en 'culture proof' arbeidstijden! Maar wie neemt het voortouw en hoe? In deze bijdrage wordt een schets gegeven van de ontwikkelingen rond arbeidstijden door de jaren heen. In het laatste deel komen daarbij de trends aan de orde die maken dat het echt anders moet. En kan, zo wordt in het laatste deel van het artikel uiteengezet.
{"title":"Arbeidstijden moeten met de tijd mee! Schets van een wenkend perspectief?","authors":"B. Jansen","doi":"10.5117/thrm2019.3.jans","DOIUrl":"https://doi.org/10.5117/thrm2019.3.jans","url":null,"abstract":"Het gros van de arbeidstijden in Nederland kenmerkt zich nog steeds door het '9 tot 5' patroon. Het is een praktijk die, qua vorm, in feite teruggaat naar het begin van de Industriële Revolutie midden 18de eeuw. Inmiddels is de samenleving ingrijpend gewijzigd. En met\u0000 de huidige turbulente ontwikkelingen worden de eerste haarscheurtjes in het bolwerk van de traditionele arbeidstijden zichtbaar. Het is de hoogste tijd voor duurzame, flexibele en 'culture proof' arbeidstijden! Maar wie neemt het voortouw en hoe? In deze bijdrage wordt een schets gegeven van\u0000 de ontwikkelingen rond arbeidstijden door de jaren heen. In het laatste deel komen daarbij de trends aan de orde die maken dat het echt anders moet. En kan, zo wordt in het laatste deel van het artikel uiteengezet.","PeriodicalId":389463,"journal":{"name":"Tijdschrift voor HRM","volume":"24 1","pages":"0"},"PeriodicalIF":0.0,"publicationDate":"2019-10-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"127217140","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":0,"RegionCategory":"","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Duurzame inzetbaarheid is binnen de gezondheidszorg een urgent onderwerp op de beleidsagenda van politiek en (HR) management. Ziekteverzuim en personeelsverloop nemen toe, terwijl naar verwachting in de toekomst nog meer mensen nodig zijn om de zorg te kunnen blijven garanderen in Nederland. Dit artikel beschrijft een interventieaanpak waarbij medewerkers en teams leren om zelf te sturen op werkplezier en werkvermogen, met als gevolg minder ziekteverzuim en verloop. Vanuit diverse motivatietheorieën beschrijven we zes grondprincipes voor interventie-ontwerp die naar verwachting bijdragen aan het versterken van zelfleiderschap van medewerkers en gedeeld leiderschap van teams. We verwachten dat zij hierdoor beter in staat zijn om zelf invloed uit te oefenen op hun eigen werkplezier en werkvermogen en daarmee ook op hun duurzame inzetbaarheid. In 2018 zijn deze grondprincipes toegepast bij een interventieproject binnen Kennemerhart - een zorgorganisatie voor verpleeghuis- en thuiszorg. We beschrijven de inhoud van de interventies en de kwalitatieve evaluatie van dit project, waarna we afsluiten met conclusies en aanbevelingen voor de praktijk.
{"title":"Investeren in de ontwikkeling van sterk leiderschap van zorgprofessionals en zorgteams: Een ontwikkeling naar duurzame inzetbaarheid","authors":"P. V. Dorssen, C. V. V. Vuuren, Cafer Yigit","doi":"10.5117/thrm2019.3.dors","DOIUrl":"https://doi.org/10.5117/thrm2019.3.dors","url":null,"abstract":"Duurzame inzetbaarheid is binnen de gezondheidszorg een urgent onderwerp op de beleidsagenda van politiek en (HR) management. Ziekteverzuim en personeelsverloop nemen toe, terwijl naar verwachting in de toekomst nog meer mensen nodig zijn om de zorg te kunnen blijven garanderen in Nederland.\u0000 Dit artikel beschrijft een interventieaanpak waarbij medewerkers en teams leren om zelf te sturen op werkplezier en werkvermogen, met als gevolg minder ziekteverzuim en verloop. Vanuit diverse motivatietheorieën beschrijven we zes grondprincipes voor interventie-ontwerp die naar verwachting\u0000 bijdragen aan het versterken van zelfleiderschap van medewerkers en gedeeld leiderschap van teams. We verwachten dat zij hierdoor beter in staat zijn om zelf invloed uit te oefenen op hun eigen werkplezier en werkvermogen en daarmee ook op hun duurzame inzetbaarheid. In 2018 zijn deze grondprincipes\u0000 toegepast bij een interventieproject binnen Kennemerhart - een zorgorganisatie voor verpleeghuis- en thuiszorg. We beschrijven de inhoud van de interventies en de kwalitatieve evaluatie van dit project, waarna we afsluiten met conclusies en aanbevelingen voor de praktijk.","PeriodicalId":389463,"journal":{"name":"Tijdschrift voor HRM","volume":"38 1","pages":"0"},"PeriodicalIF":0.0,"publicationDate":"2019-10-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"121105310","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":0,"RegionCategory":"","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Eghe R. Osagie, Etty G. A. Wielenga-Meijer, S. Detaille, A. Lange
Demografische ontwikkelingen zoals de vergrijzende beroepsbevolking en krapte op de arbeidsmarkt in veel sectoren, vragen om werknemers die goed inzetbaar zijn en blijven. Het duurzaam inzetbaar houden van personeel over de tijd is hierdoor meer dan ooit een belangrijk speerpunt geworden voor HRM. Het concept werkvermogen lijkt in dit kader mogelijkheden te bieden om het HRM-beleid in te vullen. Dit concept wordt reeds veelvuldig gebruikt in de praktijk en in de wetenschap. In dit artikel staan we daarom stil bij dit concept 'werkvermogen'. We exploreren het concept en een bijbehorend meetinstrument, de Work Ability Index (WAI). Daarnaast geven we, op basis van een systematisch literatuuronderzoek waarin 89 wetenschappelijke artikelen zijn geanalyseerd, een globaal overzicht van de belangrijkste antecedenten en consequenties van het concept werkvermogen. Deze bespreken wij op micro-, meso- en macroniveau. We sluiten af met praktische en wetenschappelijke implicaties voor de HRM-praktijk en -wetenschap.
{"title":"Het concept werkvermogen: een literatuuroverzicht van antecedenten en consequenties","authors":"Eghe R. Osagie, Etty G. A. Wielenga-Meijer, S. Detaille, A. Lange","doi":"10.5117/THRM2019.1.OSAG","DOIUrl":"https://doi.org/10.5117/THRM2019.1.OSAG","url":null,"abstract":"Demografische ontwikkelingen zoals de vergrijzende beroepsbevolking en krapte op de arbeidsmarkt in veel sectoren, vragen om werknemers die goed inzetbaar zijn en blijven. Het duurzaam inzetbaar houden van personeel over de tijd is hierdoor meer dan ooit een belangrijk speerpunt geworden\u0000 voor HRM. Het concept werkvermogen lijkt in dit kader mogelijkheden te bieden om het HRM-beleid in te vullen. Dit concept wordt reeds veelvuldig gebruikt in de praktijk en in de wetenschap. In dit artikel staan we daarom stil bij dit concept 'werkvermogen'. We exploreren het concept en een\u0000 bijbehorend meetinstrument, de Work Ability Index (WAI). Daarnaast geven we, op basis van een systematisch literatuuronderzoek waarin 89 wetenschappelijke artikelen zijn geanalyseerd, een globaal overzicht van de belangrijkste antecedenten en consequenties van het concept werkvermogen. Deze\u0000 bespreken wij op micro-, meso- en macroniveau. We sluiten af met praktische en wetenschappelijke implicaties voor de HRM-praktijk en -wetenschap.","PeriodicalId":389463,"journal":{"name":"Tijdschrift voor HRM","volume":"25 1","pages":"0"},"PeriodicalIF":0.0,"publicationDate":"2019-07-11","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"116772283","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":0,"RegionCategory":"","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
In veel gemeenten is flexibel werken, bijvoorbeeld vanuit huis of een andere locatie (i.e., telewerk), inmiddels de norm. Op basis van de resultaten van recent promotieonderzoek behandelt dit artikel drie cruciale thema's die van belang zijn bij de implementatie van telewerk in dergelijke organisaties, namelijk: 1) de verschillen in percepties tussen de diverse stakeholders die binnen een gemeente betrokken zijn bij het implementatieproces; 2) de stijl van leidinggeven die gewenst is in een telewerkomgeving; en 3) de effecten van thuiswerken zoals ervaren door gemeenteambtenaren. De resultaten laten zien dat topmanagers de percepties van hun medewerkers over telewerk positiever inschatten dan anderen in hun organisatie. Daarnaast toont het onderzoek aan dat een empowerende leiderschapsstijl, waarbij leidinggevenden hun medewerkers autonomie geven in het uitvoeren van hun werk en deze zelf belangrijke beslissingen mogen nemen, cruciaal is voor het bevorderen van telewerk. Tot slot benadrukken de resultaten dat thuiswerkende ambtenaren contacten met anderen op de werkvloer missen en minder betrokken zijn bij de organisatie waarin zij werken. Het versterken van de relatie tussen medewerkers en leidinggevenden blijkt een effectieve manier om de negatieve effecten van thuiswerken gedeeltelijk te verminderen. Het artikel sluit af met diverse aanbevelingen voor de praktijk.
{"title":"Goede band leidinggevende en medewerker cruciaal bij thuiswerken","authors":"H. D. Vries","doi":"10.5117/THRM2019.1.VRIE","DOIUrl":"https://doi.org/10.5117/THRM2019.1.VRIE","url":null,"abstract":"In veel gemeenten is flexibel werken, bijvoorbeeld vanuit huis of een andere locatie (i.e., telewerk), inmiddels de norm. Op basis van de resultaten van recent promotieonderzoek behandelt dit artikel drie cruciale thema's die van belang zijn bij de implementatie van telewerk in dergelijke\u0000 organisaties, namelijk: 1) de verschillen in percepties tussen de diverse stakeholders die binnen een gemeente betrokken zijn bij het implementatieproces; 2) de stijl van leidinggeven die gewenst is in een telewerkomgeving; en 3) de effecten van thuiswerken zoals ervaren door gemeenteambtenaren.\u0000 De resultaten laten zien dat topmanagers de percepties van hun medewerkers over telewerk positiever inschatten dan anderen in hun organisatie. Daarnaast toont het onderzoek aan dat een empowerende leiderschapsstijl, waarbij leidinggevenden hun medewerkers autonomie geven in het uitvoeren van\u0000 hun werk en deze zelf belangrijke beslissingen mogen nemen, cruciaal is voor het bevorderen van telewerk. Tot slot benadrukken de resultaten dat thuiswerkende ambtenaren contacten met anderen op de werkvloer missen en minder betrokken zijn bij de organisatie waarin zij werken. Het versterken\u0000 van de relatie tussen medewerkers en leidinggevenden blijkt een effectieve manier om de negatieve effecten van thuiswerken gedeeltelijk te verminderen. Het artikel sluit af met diverse aanbevelingen voor de praktijk.","PeriodicalId":389463,"journal":{"name":"Tijdschrift voor HRM","volume":"14 1","pages":"0"},"PeriodicalIF":0.0,"publicationDate":"2019-07-11","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"131105255","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":0,"RegionCategory":"","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Het belang van innovatie capaciteiten bij medewerkers wordt breed onderkend. Alle medewerkers zijn een potentiële bron van innovatie. Om deze bron aan te kunnen boren dienen medewerkers gestimuleerd en betrokken te worden bij innovatie. HRM heeft daarom een grote rol bij het aanjagen van de innovatie prestatie van organisaties. Dit artikel gaat in op de resultaten van een proefschrift, waarin werd onderzocht hoe innovatief HRM een bijdrage kan leveren aan innovatie vanaf de werkvloer. Het onderzoek is gericht op de bijdrage van medewerkers op de werkvloer aan innovatie processen en de rol van HRM als stimulerende en faciliterende factor. Daarbij is de relatie tussen HRM en medewerker-gedreven innovatie op meerdere organisatieniveaus (multilevel) blootgelegd en verder ontwikkeld. Door dit multilevel perspectief te gebruiken, geven de resultaten inzicht in de manier waarop de implementatie van HRM-innovaties de HRM functie veranderen, op welke manier HRM leidt tot innovatief werkgedrag en op welke wijze HRM kan bijdragen aan bottom-up innovatie processen. Op basis van vijf verschillende studies kunnen we concluderen HRM een positieve bijdrage kan leveren aan medewerker-gedreven innovatie.
{"title":"Vernieuwing van HRM voor medewerker-gedreven innovatie","authors":"Maarten Renkema","doi":"10.5117/THRM2019.1.RENK","DOIUrl":"https://doi.org/10.5117/THRM2019.1.RENK","url":null,"abstract":"Het belang van innovatie capaciteiten bij medewerkers wordt breed onderkend. Alle medewerkers zijn een potentiële bron van innovatie. Om deze bron aan te kunnen boren dienen medewerkers gestimuleerd en betrokken te worden bij innovatie. HRM heeft daarom een grote rol bij het aanjagen\u0000 van de innovatie prestatie van organisaties. Dit artikel gaat in op de resultaten van een proefschrift, waarin werd onderzocht hoe innovatief HRM een bijdrage kan leveren aan innovatie vanaf de werkvloer. Het onderzoek is gericht op de bijdrage van medewerkers op de werkvloer aan innovatie\u0000 processen en de rol van HRM als stimulerende en faciliterende factor. Daarbij is de relatie tussen HRM en medewerker-gedreven innovatie op meerdere organisatieniveaus (multilevel) blootgelegd en verder ontwikkeld. Door dit multilevel perspectief te gebruiken, geven de resultaten inzicht in\u0000 de manier waarop de implementatie van HRM-innovaties de HRM functie veranderen, op welke manier HRM leidt tot innovatief werkgedrag en op welke wijze HRM kan bijdragen aan bottom-up innovatie processen. Op basis van vijf verschillende studies kunnen we concluderen HRM een positieve bijdrage\u0000 kan leveren aan medewerker-gedreven innovatie.","PeriodicalId":389463,"journal":{"name":"Tijdschrift voor HRM","volume":"18 1","pages":"0"},"PeriodicalIF":0.0,"publicationDate":"2019-07-11","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"115397032","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":0,"RegionCategory":"","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Door de steeds veeleisender wordende werkomgeving hebben publieke managers werknemers nodig die proactief en toegewijd zijn en zich energiek voelen in hun werk om hoge werkprestaties te bereiken. Publieke organisaties hebben met andere woorden bevlogen werknemers nodig. Er is echter een gebrek aan onderzoek naar de bevlogenheid van werknemers in de publieke sector in het algemeen en in verschillende institutionele contexten (bijvoorbeeld onderwijs ten opzichte van de Rijksoverheid) in het bijzonder. Het doel van deze studie is om de relaties te onderzoeken tussen antecedenten en uitkomsten van bevlogenheid in de publieke sector in het algemeen maar ook tussen verschillende institutionele contexten binnen de publieke sector in het bijzonder. Op basis van de analyse van een grote dataset kan worden geconcludeerd dat publieke medewerkers verschillende persoonlijke voorkeuren hebben en in verschillende institutionele contexten werken die beiden invloed hebben op hun bevlogenheid.
{"title":"Bevlogenheid van people-changing visà vis people-processing publieke dienstverleners: Een kwantitatieve analyse van een gecontextualiseerd JD-R model","authors":"R. Borst","doi":"10.5117/THRM2019.2.BORS","DOIUrl":"https://doi.org/10.5117/THRM2019.2.BORS","url":null,"abstract":"Door de steeds veeleisender wordende werkomgeving hebben publieke managers werknemers nodig die proactief en toegewijd zijn en zich energiek voelen in hun werk om hoge werkprestaties te bereiken. Publieke organisaties hebben met andere woorden bevlogen werknemers nodig. Er is echter\u0000 een gebrek aan onderzoek naar de bevlogenheid van werknemers in de publieke sector in het algemeen en in verschillende institutionele contexten (bijvoorbeeld onderwijs ten opzichte van de Rijksoverheid) in het bijzonder. Het doel van deze studie is om de relaties te onderzoeken tussen antecedenten\u0000 en uitkomsten van bevlogenheid in de publieke sector in het algemeen maar ook tussen verschillende institutionele contexten binnen de publieke sector in het bijzonder. Op basis van de analyse van een grote dataset kan worden geconcludeerd dat publieke medewerkers verschillende persoonlijke\u0000 voorkeuren hebben en in verschillende institutionele contexten werken die beiden invloed hebben op hun bevlogenheid.","PeriodicalId":389463,"journal":{"name":"Tijdschrift voor HRM","volume":"1 1","pages":"0"},"PeriodicalIF":0.0,"publicationDate":"2019-06-27","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"129641716","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":0,"RegionCategory":"","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Monique Filart, A. Bieleman, K. Zwart, F. Oosterveld
Het combineren van werk en mantelzorg leidt mogelijk tot overbelasting of arbeidsuitval, maar kan eveneens bijdragen aan het welbevinden van mantelzorgende werkenden. Voor organisaties is niet altijd duidelijk wie deze werkenden zijn, wat hun gezondheid en duurzame inzetbaarheid is en welke ondersteuning nodig is. Verkennend onderzoek middels gestructureerde individuele interviews binnen drie zorgorganisaties laat zien dat de meesten een goede gezondheid ervaren en over de capabilities beschikken om duurzaam inzetbaar te zijn. Zij halen voldoening en waardering uit werk en mantelzorg. De expertise als professional zetten ze in bij de mantelzorg en de ervaring als mantelzorger nemen zij mee in hun werk. Enkelen voelen zich echter minder gezond en beschikken over onvoldoende capabilities. Zij hebben behoefte aan ondersteuning op maat.
{"title":"HRM en duurzame inzetbaarheid van mantelzorgende werkenden: Een verkennend onderzoek binnen zorgorganisaties","authors":"Monique Filart, A. Bieleman, K. Zwart, F. Oosterveld","doi":"10.5117/thrm2019.2.fila","DOIUrl":"https://doi.org/10.5117/thrm2019.2.fila","url":null,"abstract":"Het combineren van werk en mantelzorg leidt mogelijk tot overbelasting of arbeidsuitval, maar kan eveneens bijdragen aan het welbevinden van mantelzorgende werkenden. Voor organisaties is niet altijd duidelijk wie deze werkenden zijn, wat hun gezondheid en duurzame inzetbaarheid is\u0000 en welke ondersteuning nodig is. Verkennend onderzoek middels gestructureerde individuele interviews binnen drie zorgorganisaties laat zien dat de meesten een goede gezondheid ervaren en over de capabilities beschikken om duurzaam inzetbaar te zijn. Zij halen voldoening en waardering uit werk\u0000 en mantelzorg. De expertise als professional zetten ze in bij de mantelzorg en de ervaring als mantelzorger nemen zij mee in hun werk. Enkelen voelen zich echter minder gezond en beschikken over onvoldoende capabilities. Zij hebben behoefte aan ondersteuning op maat.","PeriodicalId":389463,"journal":{"name":"Tijdschrift voor HRM","volume":" 48","pages":"0"},"PeriodicalIF":0.0,"publicationDate":"2019-06-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"132040260","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":0,"RegionCategory":"","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
In het onderwijs heeft het werken in teams aan belang gewonnen. Verschillende ontwikkelingen hebben daaraan bijgedragen. Echter, mensen samenbrengen in een team blijkt nog niet vanzelfsprekend te leiden tot een soepel samenwerkend en effectief team. Opvallend is dat in de studies over teamwerk de onderwijssector als onderzoekscontext achtergebleven is vergeleken met onderzoek naar teamwerk in de industrie, zakelijke dienstverlening en gezondheidszorg. Het teamgericht werken als organisatievorm heeft de afgelopen decennia echter ook in de onderwijssector terrein gewonnen. In dit artikel presenteren we de bevindingen van onderzoek naar het functioneren van onderwijsteams in po, vo en mbo, met als doel inzicht te geven in de effectiviteit van teams in de onderwijssector en in de factoren die deze effectiviteit mogelijk voorspellen. Geconcludeerd kan worden dat wanneer het teamfunctioneren positief beleefd wordt, leraren ook meer welbevinden ervaren in hun werk en ervan overtuigd zijn dat leerlingen baat hebben bij het teamgericht werken als organisatievorm. (onderzoeksvraag 1). Naast een directe positieve relatie tussen een gezamenlijke teamopdracht en teamfunctioneren (onderzoeksvraag 2), is ook een indirecte relatie gevonden: de gezamenlijke teamopdracht is positief gerelateerd aan factoren als regelvermogen, teamoverleg en professioneel en sociaal teamgedrag, die op hun beurt positief samenhangen met het teamfunctioneren (onderzoeksvraag 3). Regelvermogen blijkt een van de belangrijkste succes voorspellende factoren te zijn. Investeren in de kwaliteit van het team, in het bijzonder door het regelvermogen te versterken, zal bijdragen aan de ontwikkeling van een cultuur waarin teamgericht werken meer vanzelfsprekend is.
{"title":"Teameffectiviteit in het onderwijs: Analyse van mogelijke succesvoorspellende factoren op basis van onderzoeksdata","authors":"N. Dartel, J. Koppens","doi":"10.5117/thrm2019.2.dart","DOIUrl":"https://doi.org/10.5117/thrm2019.2.dart","url":null,"abstract":"In het onderwijs heeft het werken in teams aan belang gewonnen. Verschillende ontwikkelingen hebben daaraan bijgedragen. Echter, mensen samenbrengen in een team blijkt nog niet vanzelfsprekend te leiden tot een soepel samenwerkend en effectief team. Opvallend is dat in de studies over\u0000 teamwerk de onderwijssector als onderzoekscontext achtergebleven is vergeleken met onderzoek naar teamwerk in de industrie, zakelijke dienstverlening en gezondheidszorg. Het teamgericht werken als organisatievorm heeft de afgelopen decennia echter ook in de onderwijssector terrein gewonnen.\u0000 In dit artikel presenteren we de bevindingen van onderzoek naar het functioneren van onderwijsteams in po, vo en mbo, met als doel inzicht te geven in de effectiviteit van teams in de onderwijssector en in de factoren die deze effectiviteit mogelijk voorspellen. Geconcludeerd kan worden dat\u0000 wanneer het teamfunctioneren positief beleefd wordt, leraren ook meer welbevinden ervaren in hun werk en ervan overtuigd zijn dat leerlingen baat hebben bij het teamgericht werken als organisatievorm. (onderzoeksvraag 1). Naast een directe positieve relatie tussen een gezamenlijke teamopdracht\u0000 en teamfunctioneren (onderzoeksvraag 2), is ook een indirecte relatie gevonden: de gezamenlijke teamopdracht is positief gerelateerd aan factoren als regelvermogen, teamoverleg en professioneel en sociaal teamgedrag, die op hun beurt positief samenhangen met het teamfunctioneren (onderzoeksvraag\u0000 3). Regelvermogen blijkt een van de belangrijkste succes voorspellende factoren te zijn. Investeren in de kwaliteit van het team, in het bijzonder door het regelvermogen te versterken, zal bijdragen aan de ontwikkeling van een cultuur waarin teamgericht werken meer vanzelfsprekend is.","PeriodicalId":389463,"journal":{"name":"Tijdschrift voor HRM","volume":"44 1","pages":"0"},"PeriodicalIF":0.0,"publicationDate":"2019-06-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"127510733","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":0,"RegionCategory":"","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
HRM is de voorbije decennia geëvolueerd van administratief naar een strategisch HRM. Sinds kort wordt in de strategische HRM literatuur aandacht geschonken aan duurzaam HRM, waarbij een balans wordt gezocht tussen de drie P's van de "Triple Bottom Line" (Profit, Planet en People) (Elkington, 1997). Duurzaam HRM legt naast de zorg om onze planeet (Planet) en het behalen van financiële en niet financiële doelstellingen (Profit) de nadruk op het welzijn van de medewerkers (People). Op basis van deze ontwikkelingen hebben we een duurzame HRM Cockpit ontwikkeld als antwoord op de vraag naar 'best practices' om de kloof tussen theorie en praktijk te verkleinen. Dit artikel geeft een inzicht in de opbouw en het gebruik van een methodologie (de HRM Cockpit) om op een geïntegreerde manier een duurzame HRM strategie uit te bouwen in een organisatie. Op basis van continue testing en uitwerking van de HRM Cockpit hebben we vorm gegeven aan een door de praktijk gevalideerd instrument. Aan de hand van een praktische case illustreren we de werking van de HRM Cockpit, om daarna op basis van feedback van organisaties het voordeel van dit instrument weer te geven. Zo werd onder meer het continu opvolgen en meten van kritische impactfactoren (drijvers), de stap-voor-stap aanpak, de visuele representatie en het leren denken in impact als belangrijke voordelen aangeduid.
{"title":"De HRM Cockpit voor een duurzame organisatie","authors":"Alex Vanderstraeten, Victoria Van Oss","doi":"10.5117/THRM2019.2.VAND","DOIUrl":"https://doi.org/10.5117/THRM2019.2.VAND","url":null,"abstract":"HRM is de voorbije decennia geëvolueerd van administratief naar een strategisch HRM. Sinds kort wordt in de strategische HRM literatuur aandacht geschonken aan duurzaam HRM, waarbij een balans wordt gezocht tussen de drie P's van de \"Triple Bottom Line\" (Profit, Planet en People)\u0000 (Elkington, 1997). Duurzaam HRM legt naast de zorg om onze planeet (Planet) en het behalen van financiële en niet financiële doelstellingen (Profit) de nadruk op het welzijn van de medewerkers (People). Op basis van deze ontwikkelingen hebben we een duurzame HRM Cockpit ontwikkeld\u0000 als antwoord op de vraag naar 'best practices' om de kloof tussen theorie en praktijk te verkleinen. Dit artikel geeft een inzicht in de opbouw en het gebruik van een methodologie (de HRM Cockpit) om op een geïntegreerde manier een duurzame HRM strategie uit te bouwen in een organisatie.\u0000 Op basis van continue testing en uitwerking van de HRM Cockpit hebben we vorm gegeven aan een door de praktijk gevalideerd instrument. Aan de hand van een praktische case illustreren we de werking van de HRM Cockpit, om daarna op basis van feedback van organisaties het voordeel van dit instrument\u0000 weer te geven. Zo werd onder meer het continu opvolgen en meten van kritische impactfactoren (drijvers), de stap-voor-stap aanpak, de visuele representatie en het leren denken in impact als belangrijke voordelen aangeduid.","PeriodicalId":389463,"journal":{"name":"Tijdschrift voor HRM","volume":"111 1","pages":"0"},"PeriodicalIF":0.0,"publicationDate":"2019-06-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"121371740","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":0,"RegionCategory":"","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}