Pub Date : 2021-06-01DOI: 10.5117/go2021.2.004.vand
Arne Vanderstukken, A. V. D. Broeck, Karin Proost
De overeenkomst tussen kenmerken van persoon en omgeving – ‘fit’ genoemd – is nodig opdat mensen zich goed voelen op het werk. In onderzoek worden deze kenmerken echter zelden ingevuld met theoretisch onderbouwde concepten. We komen tegemoet aan deze tekortkoming met concepten uit de construal-leveltheorie en zelf-determinatietheorie. In het eerste onderzoek (twee vignetstudies, N = 202) vonden we dat een sterkere fit bereikt wordt wanneer de medewerker die een grote (kleine) sociale en spatiële afstand ervaart ten opzichte van de leidinggevende, met abstracte (concrete) taal wordt aangesproken. In het tweede onderzoek (drie vignetstudies, N = 473) werd gevonden dat fit bij sollicitanten kan gezien worden als de overeenkomst tussen persoonlijke waarden en de waarden specifiek voor de organisatie, maar ook als de overeenkomst tussen persoonlijke waarden en de waarden typisch voor de sector. Organisatie-specifieke fit krijgt meer invloed naarmate sollicitanten een kleinere afstand ervaren ten opzichte van de organisatie; sectortypische fit krijgt dan minder invloed. In het laatste onderzoek (vragenlijststudie, N = 188) bekeken we fit als de overeenkomst tussen intrinsieke (extrinsieke) persoonlijke waarden en intrinsieke (extrinsieke) organisatiewaarden en toonden we aan dat sollicitanten zich vooral laten leiden door fit in extrinsieke waarden. Wetmatigheden uit beide theorieën worden toegepast om nieuwe inzichten in fit te ontdekken.
{"title":"Theoretische invullingen van fit: inzichten vanuit cognitieve en motivatiepsychologie","authors":"Arne Vanderstukken, A. V. D. Broeck, Karin Proost","doi":"10.5117/go2021.2.004.vand","DOIUrl":"https://doi.org/10.5117/go2021.2.004.vand","url":null,"abstract":"\u0000 De overeenkomst tussen kenmerken van persoon en omgeving – ‘fit’ genoemd – is nodig opdat mensen zich goed voelen op het werk. In onderzoek worden deze kenmerken echter zelden ingevuld met theoretisch onderbouwde concepten. We komen tegemoet aan deze tekortkoming met concepten uit de construal-leveltheorie en zelf-determinatietheorie. In het eerste onderzoek (twee vignetstudies, N = 202) vonden we dat een sterkere fit bereikt wordt wanneer de medewerker die een grote (kleine) sociale en spatiële afstand ervaart ten opzichte van de leidinggevende, met abstracte (concrete) taal wordt aangesproken. In het tweede onderzoek (drie vignetstudies, N = 473) werd gevonden dat fit bij sollicitanten kan gezien worden als de overeenkomst tussen persoonlijke waarden en de waarden specifiek voor de organisatie, maar ook als de overeenkomst tussen persoonlijke waarden en de waarden typisch voor de sector. Organisatie-specifieke fit krijgt meer invloed naarmate sollicitanten een kleinere afstand ervaren ten opzichte van de organisatie; sectortypische fit krijgt dan minder invloed. In het laatste onderzoek (vragenlijststudie, N = 188) bekeken we fit als de overeenkomst tussen intrinsieke (extrinsieke) persoonlijke waarden en intrinsieke (extrinsieke) organisatiewaarden en toonden we aan dat sollicitanten zich vooral laten leiden door fit in extrinsieke waarden. Wetmatigheden uit beide theorieën worden toegepast om nieuwe inzichten in fit te ontdekken.","PeriodicalId":43933,"journal":{"name":"Gedrag & Organisatie","volume":" ","pages":""},"PeriodicalIF":0.5,"publicationDate":"2021-06-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"49133994","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":4,"RegionCategory":"心理学","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Pub Date : 2021-06-01DOI: 10.5117/go2021.2.001.bran
Wilfred van den Brand, Dave Stynen, I. Wognum, Irina Nikolova
Deze studie onderzoekt op individueel niveau en teamniveau de mediërende rol van psychologische veiligheid en teamleren in de relatie tussen transformationeel leiderschap (TFL) en innovatief werkgedrag (IWG). Er werd een cross-sectioneel surveyonderzoek uitgevoerd onder medewerkers van drie media- en marketingbedrijven in Nederland, waaraan in totaal 164 medewerkers participeerden, afkomstig uit 39 werkteams. Door middel van multilevel padanalyse werden de data op zowel individueel niveau als teamniveau geanalyseerd. De onderzoeksresultaten tonen aan dat TFL positief samenhangt met IWG en haar dimensies ideeëngeneratie, ideeënpromotie en ideeënimplementatie, op zowel individueel niveau als teamniveau. Op individueel niveau werd sequentiële mediatie door psychologische veiligheid en teamleren vastgesteld in de relatie tussen TFL en ideeënpromotie en ideeënimplementatie. Op teamniveau werd sequentiële mediatie door psychologische veiligheid en teamleren vastgesteld in de relatie tussen TFL en ideeënpromotie. Door het multilevel design en de keuze voor mediatoren die het sociale proces onderliggend aan IWG reflecteren, draagt deze studie bij aan het beter begrijpen van de manier waarop TFL innovatief gedrag in de werkcontext kan bevorderen.
{"title":"Bevorderen van innovatief werkgedrag door transformationeel leiderschap: de mediërende rol van psychologische veiligheid en teamleren","authors":"Wilfred van den Brand, Dave Stynen, I. Wognum, Irina Nikolova","doi":"10.5117/go2021.2.001.bran","DOIUrl":"https://doi.org/10.5117/go2021.2.001.bran","url":null,"abstract":"\u0000 Deze studie onderzoekt op individueel niveau en teamniveau de mediërende rol van psychologische veiligheid en teamleren in de relatie tussen transformationeel leiderschap (TFL) en innovatief werkgedrag (IWG). Er werd een cross-sectioneel surveyonderzoek uitgevoerd onder medewerkers van drie media- en marketingbedrijven in Nederland, waaraan in totaal 164 medewerkers participeerden, afkomstig uit 39 werkteams. Door middel van multilevel padanalyse werden de data op zowel individueel niveau als teamniveau geanalyseerd. De onderzoeksresultaten tonen aan dat TFL positief samenhangt met IWG en haar dimensies ideeëngeneratie, ideeënpromotie en ideeënimplementatie, op zowel individueel niveau als teamniveau. Op individueel niveau werd sequentiële mediatie door psychologische veiligheid en teamleren vastgesteld in de relatie tussen TFL en ideeënpromotie en ideeënimplementatie. Op teamniveau werd sequentiële mediatie door psychologische veiligheid en teamleren vastgesteld in de relatie tussen TFL en ideeënpromotie. Door het multilevel design en de keuze voor mediatoren die het sociale proces onderliggend aan IWG reflecteren, draagt deze studie bij aan het beter begrijpen van de manier waarop TFL innovatief gedrag in de werkcontext kan bevorderen.","PeriodicalId":43933,"journal":{"name":"Gedrag & Organisatie","volume":" ","pages":""},"PeriodicalIF":0.5,"publicationDate":"2021-06-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"47163581","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":4,"RegionCategory":"心理学","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Pub Date : 2021-06-01DOI: 10.5117/go2021.2.002.borm
Hannah Van Borm, Impe Van Sharon, Stijn Baert
Vergrijzing is een universeel probleem. Een veelvoorkomende oplossing om de negatieve gevolgen van vergrijzing op te vangen is burgers langer aan het werk te houden door de pensioenleeftijd op te trekken. Echter, de werkzaamheidsgraad van 50-plussers blijft in vele landen relatief laag. Het doel van deze studie is achterhalen welke drempels 50-plussers ervaren op de arbeidsmarkt die het uitoefenen van een baan hinderen, inactiviteit verklaren en het vinden van een baan bemoeilijken. We bevragen deze drempels aan de hand van een online enquête met 3963 Vlaamse 50-plussers. We vinden dat zowel werkende, inactieve als werkloze 50-plussers voornamelijk werk-gerelateerde drempels ervaren op de arbeidsmarkt. Zo geeft meer dan twee vijfde van de werkende respondenten aan dat een gebrek aan (1) een goede werkorganisatie (44.1%), (2) een goede leidinggevende (43.1%) en (3) waardering (41.9%) het uitoefenen van hun baan belemmert. Ook inactieve respondenten geven deze drempels als voornaamste verklaringen voor inactiviteit. Voorts ervaart 71.0% van de werkzoekende respondenten leeftijdsdiscriminatie in het selectieproces als drempel en geeft 35.2% van deze respondenten aan dat de persoonsgebonden drempel omtrent hun hoge loonverwachtingen, naar eigen aanvoelen, het vinden van een baan bemoeilijkt. De mate waarin men bepaalde drempels ervaart, verschilt tevens naar geslacht en opleidingsniveau.
{"title":"Zelfervaren drempels op de arbeidsmarkt: een onderzoek onder werkende, inactieve en werkloze 50-plussers","authors":"Hannah Van Borm, Impe Van Sharon, Stijn Baert","doi":"10.5117/go2021.2.002.borm","DOIUrl":"https://doi.org/10.5117/go2021.2.002.borm","url":null,"abstract":"\u0000 Vergrijzing is een universeel probleem. Een veelvoorkomende oplossing om de negatieve gevolgen van vergrijzing op te vangen is burgers langer aan het werk te houden door de pensioenleeftijd op te trekken. Echter, de werkzaamheidsgraad van 50-plussers blijft in vele landen relatief laag. Het doel van deze studie is achterhalen welke drempels 50-plussers ervaren op de arbeidsmarkt die het uitoefenen van een baan hinderen, inactiviteit verklaren en het vinden van een baan bemoeilijken. We bevragen deze drempels aan de hand van een online enquête met 3963 Vlaamse 50-plussers. We vinden dat zowel werkende, inactieve als werkloze 50-plussers voornamelijk werk-gerelateerde drempels ervaren op de arbeidsmarkt. Zo geeft meer dan twee vijfde van de werkende respondenten aan dat een gebrek aan (1) een goede werkorganisatie (44.1%), (2) een goede leidinggevende (43.1%) en (3) waardering (41.9%) het uitoefenen van hun baan belemmert. Ook inactieve respondenten geven deze drempels als voornaamste verklaringen voor inactiviteit. Voorts ervaart 71.0% van de werkzoekende respondenten leeftijdsdiscriminatie in het selectieproces als drempel en geeft 35.2% van deze respondenten aan dat de persoonsgebonden drempel omtrent hun hoge loonverwachtingen, naar eigen aanvoelen, het vinden van een baan bemoeilijkt. De mate waarin men bepaalde drempels ervaart, verschilt tevens naar geslacht en opleidingsniveau.","PeriodicalId":43933,"journal":{"name":"Gedrag & Organisatie","volume":" ","pages":""},"PeriodicalIF":0.5,"publicationDate":"2021-06-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"42468509","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":4,"RegionCategory":"心理学","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Pub Date : 2021-06-01DOI: 10.5117/go2021.2.005.meij
Lonneke A. L. de Meijer, M. Born, Joran Jongerling, H. V. D. Molen
en Sacco et al. (2003) vonden geen effect van demografische gelijkenis tussen beoordelaar en kandidaat op beoordelingen van het selectie-interview. Beide studies onderzochten hiërarchisch lineaire modellen (HLM). Gebruikmakend van eenzelfde HLM-procedure is binnen het huidige onderzoek nagegaan wat het effect is van gelijkenis op scores die gegeven zijn aan cultureel diverse kandidaten tijdens de selectie van politieagenten op een ander veelgebruikt instrument, namelijk het assessment center (AC). Meer specifiek onderzochten we het similar-to-me-effect van demografische gelijkenis (d.w.z. culturele gelijkenis van de beoordelaar ten aanzien van de kandidaat) en van waargenomen gelijkenis (d.w.z. gelijkenis ten aanzien van specifieke culturele groepen, zoals waargenomen door individuele beoordelaars) op scores op het AC. Demografisch similar-to-me bleek gerelateerd te zijn aan Agency-scores van autochtoon Nederlandse kandidaten en kandidaten met een migratieachtergrond, maar niet aan Communion-scores. Waargenomen similar-to-me had geen effect op de beoordelingen van het AC (d.w.z. Agency en Communion). In zijn algemeenheid bleken de effectgrootten erg klein (R2 < .015). Derhalve kan worden geconcludeerd dat we geen bewijs vonden voor een differentieel effect van gelijkenis op de beoordeling van het AC van cultureel diverse kandidaten, wat bevindingen van McCarthy et al. en Sacco et al. repliceert en uitbreidt.
{"title":"Door de ogen van de beoordelaar: onderzoek naar similar-to-me-effecten op scores van cultureel diverse kandidaten op het assessment center","authors":"Lonneke A. L. de Meijer, M. Born, Joran Jongerling, H. V. D. Molen","doi":"10.5117/go2021.2.005.meij","DOIUrl":"https://doi.org/10.5117/go2021.2.005.meij","url":null,"abstract":"\u0000 en Sacco et al. (2003) vonden geen effect van demografische gelijkenis tussen beoordelaar en kandidaat op beoordelingen van het selectie-interview. Beide studies onderzochten hiërarchisch lineaire modellen (HLM). Gebruikmakend van eenzelfde HLM-procedure is binnen het huidige onderzoek nagegaan wat het effect is van gelijkenis op scores die gegeven zijn aan cultureel diverse kandidaten tijdens de selectie van politieagenten op een ander veelgebruikt instrument, namelijk het assessment center (AC). Meer specifiek onderzochten we het similar-to-me-effect van demografische gelijkenis (d.w.z. culturele gelijkenis van de beoordelaar ten aanzien van de kandidaat) en van waargenomen gelijkenis (d.w.z. gelijkenis ten aanzien van specifieke culturele groepen, zoals waargenomen door individuele beoordelaars) op scores op het AC. Demografisch similar-to-me bleek gerelateerd te zijn aan Agency-scores van autochtoon Nederlandse kandidaten en kandidaten met een migratieachtergrond, maar niet aan Communion-scores. Waargenomen similar-to-me had geen effect op de beoordelingen van het AC (d.w.z. Agency en Communion). In zijn algemeenheid bleken de effectgrootten erg klein (R2\u0000 < .015). Derhalve kan worden geconcludeerd dat we geen bewijs vonden voor een differentieel effect van gelijkenis op de beoordeling van het AC van cultureel diverse kandidaten, wat bevindingen van McCarthy et al. en Sacco et al. repliceert en uitbreidt.","PeriodicalId":43933,"journal":{"name":"Gedrag & Organisatie","volume":" ","pages":""},"PeriodicalIF":0.5,"publicationDate":"2021-06-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"42540203","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":4,"RegionCategory":"心理学","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Pub Date : 2021-02-01DOI: 10.5117/go2021.1.006.rijs
J. Rijsdijk, M. Born, Barend P. N. Koch, A. Hiemstra
Samenvatting In dit onderzoek staat de begripsvalidering van een virtual reality (VR) situationele beoordelingstest (of zogeheten situational judgment test; SJT) centraal. Voor zover bekend is dit de eerste keer dat VR-technologie wordt toegepast om een SJT te construeren. De VR-SJT beoogt het inzicht in effectief leiderschap te meten en rapporteert naast een totaalscore iemands scores op taaken persoonsgericht leidinggeven. De betrouwbaarheid en de begripsvaliditeit van het instrument werden onderzocht bij 121 assessmentkandidaten. De convergente validiteit werd bestudeerd met een video-SJT met een vergelijkbare meetpretentie. Verder werd onderzocht hoe de VR-SJT verband houdt met cognitieve capaciteiten en persoonlijkheid en werd de ervaring van deelnemers bestudeerd. De convergente en discriminante validiteit werden aangetoond voor persoonsgericht leidinggeven. De VRSJT vertoonde geen relatie met cognitieve capaciteiten en vertoonde een onverwachte negatieve relatie met de persoonlijkheidsfactoren integriteit, extraversie en verdraagzaamheid. Tot slot werd gevonden dat deelnemers de VR-SJT ervaren als leuk, duidelijk, realistisch, modern en relevant. De video-SJT, die op deze aspecten eveneens positief werd beoordeeld, werd door de VR-SJT overtroffen op de aspecten ‘leuk’ en ‘modern’.
{"title":"De validering van een virtual reality situationele beoordelingstest (VR-SJT) voor leidinggeven","authors":"J. Rijsdijk, M. Born, Barend P. N. Koch, A. Hiemstra","doi":"10.5117/go2021.1.006.rijs","DOIUrl":"https://doi.org/10.5117/go2021.1.006.rijs","url":null,"abstract":"Samenvatting In dit onderzoek staat de begripsvalidering van een virtual reality (VR) situationele beoordelingstest (of zogeheten situational judgment test; SJT) centraal. Voor zover bekend is dit de eerste keer dat VR-technologie wordt toegepast om een SJT te construeren. De VR-SJT beoogt het inzicht in effectief leiderschap te meten en rapporteert naast een totaalscore iemands scores op taaken persoonsgericht leidinggeven. De betrouwbaarheid en de begripsvaliditeit van het instrument werden onderzocht bij 121 assessmentkandidaten. De convergente validiteit werd bestudeerd met een video-SJT met een vergelijkbare meetpretentie. Verder werd onderzocht hoe de VR-SJT verband houdt met cognitieve capaciteiten en persoonlijkheid en werd de ervaring van deelnemers bestudeerd. De convergente en discriminante validiteit werden aangetoond voor persoonsgericht leidinggeven. De VRSJT vertoonde geen relatie met cognitieve capaciteiten en vertoonde een onverwachte negatieve relatie met de persoonlijkheidsfactoren integriteit, extraversie en verdraagzaamheid. Tot slot werd gevonden dat deelnemers de VR-SJT ervaren als leuk, duidelijk, realistisch, modern en relevant. De video-SJT, die op deze aspecten eveneens positief werd beoordeeld, werd door de VR-SJT overtroffen op de aspecten ‘leuk’ en ‘modern’.","PeriodicalId":43933,"journal":{"name":"Gedrag & Organisatie","volume":" ","pages":""},"PeriodicalIF":0.5,"publicationDate":"2021-02-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"47328473","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":4,"RegionCategory":"心理学","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Pub Date : 2021-02-01DOI: 10.5117/go2021.01.005.meyl
Lise Meylemans, Arne Vanderstukken, Yennef Vereycken, Monique Ramioul
Samenvatting Het werknemersperspectief is opvallend afwezig in het huidige technologiedebat rond de opkomst van een vierde industriele revolutie, ofwel ‘Industrie 4.0’. Bovendien is de literatuur omtrent de invloed van nieuwe technologie op arbeidskwaliteit sterk gepolariseerd tussen positieve en negatieve voorspellingen. Het doel van dit onderzoek is om deze theoretische discussie te voeden met empirische data, met de invalshoek van de werknemer als uitgangspunt. Het onderzoek schuift de functie van technologie naar voren als verklarende variabele voor het verband tussen technologie, arbeidskwaliteit en bevlogenheid in Industrie 4.0. Aan de hand van een enquete werden leden van de grootste metaalen textielvakbond in Belgie bevraagd. Uit de resultaten blijkt dat de door werknemers gepercipieerde veranderingen in arbeidskwaliteit op verschillende manieren beinvloed worden door de diverse technologiefuncties. Deze bevindingen kunnen zorgen voor meer weloverwogen keuzes inzake technologie-implementatie binnen organisaties.
{"title":"Werknemersperspectief binnen Industrie 4.0: effect van technologiefuncties op gepercipieerde arbeidskwaliteit en bevlogenheid","authors":"Lise Meylemans, Arne Vanderstukken, Yennef Vereycken, Monique Ramioul","doi":"10.5117/go2021.01.005.meyl","DOIUrl":"https://doi.org/10.5117/go2021.01.005.meyl","url":null,"abstract":"Samenvatting Het werknemersperspectief is opvallend afwezig in het huidige technologiedebat rond de opkomst van een vierde industriele revolutie, ofwel ‘Industrie 4.0’. Bovendien is de literatuur omtrent de invloed van nieuwe technologie op arbeidskwaliteit sterk gepolariseerd tussen positieve en negatieve voorspellingen. Het doel van dit onderzoek is om deze theoretische discussie te voeden met empirische data, met de invalshoek van de werknemer als uitgangspunt. Het onderzoek schuift de functie van technologie naar voren als verklarende variabele voor het verband tussen technologie, arbeidskwaliteit en bevlogenheid in Industrie 4.0. Aan de hand van een enquete werden leden van de grootste metaalen textielvakbond in Belgie bevraagd. Uit de resultaten blijkt dat de door werknemers gepercipieerde veranderingen in arbeidskwaliteit op verschillende manieren beinvloed worden door de diverse technologiefuncties. Deze bevindingen kunnen zorgen voor meer weloverwogen keuzes inzake technologie-implementatie binnen organisaties.","PeriodicalId":43933,"journal":{"name":"Gedrag & Organisatie","volume":" ","pages":""},"PeriodicalIF":0.5,"publicationDate":"2021-02-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"47142862","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":4,"RegionCategory":"心理学","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Pub Date : 2021-02-01DOI: 10.5117/GO2021.1.002.RIET
Eric F. Rietzschel, Era Derous
{"title":"De toekomst van werk: impact van technologie op organisaties (deel 2)","authors":"Eric F. Rietzschel, Era Derous","doi":"10.5117/GO2021.1.002.RIET","DOIUrl":"https://doi.org/10.5117/GO2021.1.002.RIET","url":null,"abstract":"","PeriodicalId":43933,"journal":{"name":"Gedrag & Organisatie","volume":" ","pages":""},"PeriodicalIF":0.5,"publicationDate":"2021-02-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"44158703","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":4,"RegionCategory":"心理学","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Pub Date : 2021-02-01DOI: 10.5117/go2021.1.004.jaco
Ron A. F. J Jacobs, P. Peters, Melanie de Ruiter, R. Blomme
Samenvatting Het psychologische contract is een managementconcept dat verklaart hoe veranderingen in en het al dan niet naleven van wederzijdse verplichtingen tussen werkgever en werknemer samenhangen met attitudes en gedragingen. Onderzoekers gaan veelal uit van causale, lineaire verbanden tussen een psychologisch contractbreuk en werknemersattituden en -gedragingen en maken gebruik van de sociale uitwisselingstheorie om reacties op psychologisch contractbreuk te verklaren. Steeds vaker wordt erkend dat dit perspectief moet worden aangevuld met andere theorieen en onderzoeksmethoden om zo de complexiteit en de dynamieken van het psychologische contract beter te begrijpen. Gezien het grotendeels uitblijven van onderzoek naar de rol van technologie, is er ook steeds meer vraag naar theorieen die het begrip van technologie in het psychologisch contractraamwerk vergroten. Dit is voornamelijk van belang in vluchtige, onzekere, complexe en ambigue arbeidscontexten. In deze conceptuele paper stellen we voor om de sociomaterialiteitstheorie als een aanvullende lens te gebruiken om meer inzicht te krijgen in de rol van technologie in de dynamiek van het psychologische contract. We vergelijken de traditionele en recentere psychologisch contractperspectieven met het sociomaterialiteitsperspectief en leggen uit waar deze lens een waardevolle bijdrage aan de literatuur kan leveren. We sluiten af met een kritische reflectie op dit perspectief en praktische aanbevelingen.
{"title":"Het psychologische contract als dynamisch proces in complexe technologische contexten: inzichten uit de sociomaterialiteitstheorie","authors":"Ron A. F. J Jacobs, P. Peters, Melanie de Ruiter, R. Blomme","doi":"10.5117/go2021.1.004.jaco","DOIUrl":"https://doi.org/10.5117/go2021.1.004.jaco","url":null,"abstract":"Samenvatting Het psychologische contract is een managementconcept dat verklaart hoe veranderingen in en het al dan niet naleven van wederzijdse verplichtingen tussen werkgever en werknemer samenhangen met attitudes en gedragingen. Onderzoekers gaan veelal uit van causale, lineaire verbanden tussen een psychologisch contractbreuk en werknemersattituden en -gedragingen en maken gebruik van de sociale uitwisselingstheorie om reacties op psychologisch contractbreuk te verklaren. Steeds vaker wordt erkend dat dit perspectief moet worden aangevuld met andere theorieen en onderzoeksmethoden om zo de complexiteit en de dynamieken van het psychologische contract beter te begrijpen. Gezien het grotendeels uitblijven van onderzoek naar de rol van technologie, is er ook steeds meer vraag naar theorieen die het begrip van technologie in het psychologisch contractraamwerk vergroten. Dit is voornamelijk van belang in vluchtige, onzekere, complexe en ambigue arbeidscontexten. In deze conceptuele paper stellen we voor om de sociomaterialiteitstheorie als een aanvullende lens te gebruiken om meer inzicht te krijgen in de rol van technologie in de dynamiek van het psychologische contract. We vergelijken de traditionele en recentere psychologisch contractperspectieven met het sociomaterialiteitsperspectief en leggen uit waar deze lens een waardevolle bijdrage aan de literatuur kan leveren. We sluiten af met een kritische reflectie op dit perspectief en praktische aanbevelingen.","PeriodicalId":43933,"journal":{"name":"Gedrag & Organisatie","volume":" ","pages":""},"PeriodicalIF":0.5,"publicationDate":"2021-02-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"48437283","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":4,"RegionCategory":"心理学","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Pub Date : 2021-02-01DOI: 10.5117/go2021.1.007.vuur
Tinka van Vuuren, J. Semeijn, Pascale M. Le Blanc, Beatrice van der Heijden
{"title":"Hernieuwde call for papers voor de G&O-reeks ‘Duurzame Inzetbaarheid’","authors":"Tinka van Vuuren, J. Semeijn, Pascale M. Le Blanc, Beatrice van der Heijden","doi":"10.5117/go2021.1.007.vuur","DOIUrl":"https://doi.org/10.5117/go2021.1.007.vuur","url":null,"abstract":"","PeriodicalId":43933,"journal":{"name":"Gedrag & Organisatie","volume":" ","pages":""},"PeriodicalIF":0.5,"publicationDate":"2021-02-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"49346306","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":4,"RegionCategory":"心理学","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}