Pub Date : 2021-02-01DOI: 10.5117/go2021.1.003.vana
Bram Boris Van Acker, P. Conradie, Davy D. Parmentier, Jamil Joundi, Jelle Saldien, P. Vlerick
Samenvatting Collaboratieve robots (cobots) zullen een prominente plaats innemen op de productievloer van de aankomende vierde industriele revolutie. Het is vandaag echter onbekend hoe operatoren zich positioneren ten aanzien van deze cobot(r)evolutie. Deze exploratieve studie onderzocht met een vragenlijst en een kort semi-gestructureerd interview de ervaren baanbedreiging door en accepteerbaarheid van cobots en cobotfunctionaliteiten bij (toekomstige) operatoren (N = 83). De resultaten wezen op een beperkte aanvankelijk ervaren baanbedreiging. Deze ervaring steeg wel significant op het einde van de vragenlijst – waar de participanten intussen meer hadden geleerd over cobots – naar een nog steeds neutrale score, mogelijk omdat (toekomstige) operatoren twijfelen aan de betrouwbaarheid en capaciteiten van cobots. Daarnaast werd een hogere accepteerbaarheid gevonden voor cobotfunctionaliteiten die fysieke werktaken en kwaliteitscontrole omvatten, terwijl cognitief geavanceerde en adaptieve cobots eerder een neutrale accepteerbaarheid uitlokten. De algemene accepteerbaarheid van cobots was voor de operatoren eerder positief. Opmerkelijk, toekomstige operatoren (studenten) scoorden significant wat lager voor de meeste studievariabelen in vergelijking met actueel tewerkgestelde operatoren. In deze bijdrage worden de beperkingen en implicaties voor de accepteerbaarheid en acceptatie van deze veelbelovende technologie geformuleerd.
{"title":"Een exploratief onderzoek naar de accepteerbaarheid van industriële cobots bij (toekomstige) operatoren","authors":"Bram Boris Van Acker, P. Conradie, Davy D. Parmentier, Jamil Joundi, Jelle Saldien, P. Vlerick","doi":"10.5117/go2021.1.003.vana","DOIUrl":"https://doi.org/10.5117/go2021.1.003.vana","url":null,"abstract":"Samenvatting Collaboratieve robots (cobots) zullen een prominente plaats innemen op de productievloer van de aankomende vierde industriele revolutie. Het is vandaag echter onbekend hoe operatoren zich positioneren ten aanzien van deze cobot(r)evolutie. Deze exploratieve studie onderzocht met een vragenlijst en een kort semi-gestructureerd interview de ervaren baanbedreiging door en accepteerbaarheid van cobots en cobotfunctionaliteiten bij (toekomstige) operatoren (N = 83). De resultaten wezen op een beperkte aanvankelijk ervaren baanbedreiging. Deze ervaring steeg wel significant op het einde van de vragenlijst – waar de participanten intussen meer hadden geleerd over cobots – naar een nog steeds neutrale score, mogelijk omdat (toekomstige) operatoren twijfelen aan de betrouwbaarheid en capaciteiten van cobots. Daarnaast werd een hogere accepteerbaarheid gevonden voor cobotfunctionaliteiten die fysieke werktaken en kwaliteitscontrole omvatten, terwijl cognitief geavanceerde en adaptieve cobots eerder een neutrale accepteerbaarheid uitlokten. De algemene accepteerbaarheid van cobots was voor de operatoren eerder positief. Opmerkelijk, toekomstige operatoren (studenten) scoorden significant wat lager voor de meeste studievariabelen in vergelijking met actueel tewerkgestelde operatoren. In deze bijdrage worden de beperkingen en implicaties voor de accepteerbaarheid en acceptatie van deze veelbelovende technologie geformuleerd.","PeriodicalId":43933,"journal":{"name":"Gedrag & Organisatie","volume":" ","pages":""},"PeriodicalIF":0.5,"publicationDate":"2021-02-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"42317287","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":4,"RegionCategory":"心理学","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Pub Date : 2020-12-01DOI: 10.5117/2020.033.004.004
Hannah A. Berkers, J. Smids, Sven Nyholm, P. M. Blanc
Robots zijn op steeds meer werkplekken te vinden en veranderen het werk van mensen. Er is echter onvoldoende aandacht voor de invloed van robots op de betekenisvolheid van werk, hoewel aangenomen kan worden dat robotisering hiervoor zowel een bedreiging als een kans vormt. Wij onderzoeken het effect van robots op verschillende dimensies van betekenisvol werk op basis van kwalitatieve data die verzameld zijn onder medewerkers en hun leidinggevenden in acht distributiecentra met verschillende mate van robotisering. Naast een bevestiging van de zowel negatieve als positieve invloed van robots op betekenisvol werk laten de resultaten zien dat, in overeenstemming met de Skill-Biased Technological Change-theorie, vooral hoogopgeleide leidinggevenden profiteren van kansen, terwijl laagopgeleide medewerkers voornamelijk te maken hebben met bedreigingen. Daarenboven blijkt dat medewerkers die initiatief tonen, meer van de veranderende situatie weten te maken in termen van betekenisvol werk. Deze inzichten dienen te worden meegenomen door organisaties die robots introduceren om te voorkomen dat deze afbreuk doen aan de betekenisvolheid van werk en om verdere negatieve consequenties van robotisering te voorkomen.
{"title":"Robotisering en betekenisvol werk in distributiecentra: bedreigingen en kansenDit werk maakt deel uit van het onderzoeksprogramma ‘Working with or against the machine’ met projectnummer 313-99-334, dat (mede)gefinancierd is door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).","authors":"Hannah A. Berkers, J. Smids, Sven Nyholm, P. M. Blanc","doi":"10.5117/2020.033.004.004","DOIUrl":"https://doi.org/10.5117/2020.033.004.004","url":null,"abstract":"Robots zijn op steeds meer werkplekken te vinden en veranderen het werk van mensen. Er is echter onvoldoende aandacht voor de invloed van robots op de betekenisvolheid van werk, hoewel aangenomen kan worden dat robotisering hiervoor zowel een bedreiging als een kans vormt. Wij onderzoeken het effect van robots op verschillende dimensies van betekenisvol werk op basis van kwalitatieve data die verzameld zijn onder medewerkers en hun leidinggevenden in acht distributiecentra met verschillende mate van robotisering. Naast een bevestiging van de zowel negatieve als positieve invloed van robots op betekenisvol werk laten de resultaten zien dat, in overeenstemming met de Skill-Biased Technological Change-theorie, vooral hoogopgeleide leidinggevenden profiteren van kansen, terwijl laagopgeleide medewerkers voornamelijk te maken hebben met bedreigingen. Daarenboven blijkt dat medewerkers die initiatief tonen, meer van de veranderende situatie weten te maken in termen van betekenisvol werk. Deze inzichten dienen te worden meegenomen door organisaties die robots introduceren om te voorkomen dat deze afbreuk doen aan de betekenisvolheid van werk en om verdere negatieve consequenties van robotisering te voorkomen.","PeriodicalId":43933,"journal":{"name":"Gedrag & Organisatie","volume":" ","pages":""},"PeriodicalIF":0.5,"publicationDate":"2020-12-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"43507139","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":4,"RegionCategory":"心理学","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Pub Date : 2020-12-01DOI: 10.5117/2020.033.004.003
C. V. V. Vuuren, M. Peeters, serena Paraja Diaz, B. V. Veen
Voortschrijdende digitalisering en technologisering van werk kunnen stress oproepen. Dit samen met de vergrijzing van het personeelsbestand zet mogelijk de duurzame inzetbaarheid van het personeel onder druk. In een organisatie uit de technische sector is nagegaan in welke mate duurzame inzetbaarheid samenhangt met het ervaren van stress als gevolg van werken met technologie (technostress). Daarnaast is onderzocht wat de mogelijke invloed van chronologische leeftijd is op deze relatie. Voor technostress is onderscheid gemaakt tussen vijf verschillende dimensies, te weten: techno-overbelasting, techno-invasie, techno-complexiteit, techno-onveiligheid en techno-onzekerheid. Duurzame inzetbaarheid is gemeten aan de hand van de drie bekende pijlers: werkvermogen, employability en vitaliteit. Aan dit onderzoek werkten 158 respondenten mee. De resultaten laten onder andere zien dat technostress slechts in geringe mate negatief samenhangt met duurzame inzetbaarheid. Uit de regressieanalyses komt naar voren dat oudere werknemers een lagere employability ervaren dan jongere werknemers. Hun werkvermogen en vitaliteit verschillen echter niet van die van jongere werknemers. De invloed van leeftijd op het verband tussen technostress en duurzame inzetbaarheid is eveneens beperkt. Al met al blijkt uit deze studie dat de consequenties van technostress voor duurzame inzetbaarheid gering zijn. Kalenderleeftijd lijkt in dit verband geen grote rol te spelen.
{"title":"Het verband tussen technostress en duurzame inzetbaarheid: doet leeftijd ertoe?","authors":"C. V. V. Vuuren, M. Peeters, serena Paraja Diaz, B. V. Veen","doi":"10.5117/2020.033.004.003","DOIUrl":"https://doi.org/10.5117/2020.033.004.003","url":null,"abstract":"Voortschrijdende digitalisering en technologisering van werk kunnen stress oproepen. Dit samen met de vergrijzing van het personeelsbestand zet mogelijk de duurzame inzetbaarheid van het personeel onder druk. In een organisatie uit de technische sector is nagegaan in welke mate duurzame inzetbaarheid samenhangt met het ervaren van stress als gevolg van werken met technologie (technostress). Daarnaast is onderzocht wat de mogelijke invloed van chronologische leeftijd is op deze relatie. Voor technostress is onderscheid gemaakt tussen vijf verschillende dimensies, te weten: techno-overbelasting, techno-invasie, techno-complexiteit, techno-onveiligheid en techno-onzekerheid. Duurzame inzetbaarheid is gemeten aan de hand van de drie bekende pijlers: werkvermogen, employability en vitaliteit. Aan dit onderzoek werkten 158 respondenten mee. De resultaten laten onder andere zien dat technostress slechts in geringe mate negatief samenhangt met duurzame inzetbaarheid. Uit de regressieanalyses komt naar voren dat oudere werknemers een lagere employability ervaren dan jongere werknemers. Hun werkvermogen en vitaliteit verschillen echter niet van die van jongere werknemers. De invloed van leeftijd op het verband tussen technostress en duurzame inzetbaarheid is eveneens beperkt. Al met al blijkt uit deze studie dat de consequenties van technostress voor duurzame inzetbaarheid gering zijn. Kalenderleeftijd lijkt in dit verband geen grote rol te spelen.","PeriodicalId":43933,"journal":{"name":"Gedrag & Organisatie","volume":" ","pages":""},"PeriodicalIF":0.5,"publicationDate":"2020-12-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"44400417","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":4,"RegionCategory":"心理学","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Pub Date : 2020-12-01DOI: 10.5117/2020.033.004.005
Judith Plomp, M. Peeters
Technologische vernieuwingen volgen elkaar in snel tempo op met als gevolg dat werknemers steeds vaker te maken hebben met veranderingen in hun werkzaamheden. Omwille van het waarborgen van een stimulerende en gezonde werkomgeving is het van belang meer inzicht te krijgen in de manier waarop technologische vernieuwingen invloed hebben op de kwaliteit van werk en het welzijn van werknemers. Door middel van een systematisch literatuuronderzoek naar gepubliceerde studies van de afgelopen 15 jaar werden na grondige evaluatie 14 artikelen geselecteerd voor verdere analyse. De meeste studies laten zien dat na de invoering van een nieuwe technologie de taakeisen toenemen. De relatie met hulpbronnen en het verband tussen de veranderde werkkenmerken en welzijn is echter minder eenduidig. Wel suggereren de resultaten dat gerichte training en self-efficacy een belangrijke rol spelen bij het waarborgen van een motiverende werkomgeving na de implementatie van een nieuw systeem. Het is van belang om in toekomstig onderzoek naar de impact van technologische vernieuwingen niet alleen de veranderingen in taakeisen te onderzoeken, maar ook systematisch de rol van hulpbronnen te bestuderen. We verwachten dat dit meer inzicht kan bieden in het verklaren van de gemengde bevindingen.
{"title":"De invloed van technologische vernieuwingen op de kwaliteit van werk en welzijn: een systematische literatuurstudieDit onderzoek maakt deel uit van een onderzoeksproject dat wordt uitgevoerd in opdracht van en gefinancierd door het A+O fonds Rijk.","authors":"Judith Plomp, M. Peeters","doi":"10.5117/2020.033.004.005","DOIUrl":"https://doi.org/10.5117/2020.033.004.005","url":null,"abstract":"Technologische vernieuwingen volgen elkaar in snel tempo op met als gevolg dat werknemers steeds vaker te maken hebben met veranderingen in hun werkzaamheden. Omwille van het waarborgen van een stimulerende en gezonde werkomgeving is het van belang meer inzicht te krijgen in de manier waarop technologische vernieuwingen invloed hebben op de kwaliteit van werk en het welzijn van werknemers. Door middel van een systematisch literatuuronderzoek naar gepubliceerde studies van de afgelopen 15 jaar werden na grondige evaluatie 14 artikelen geselecteerd voor verdere analyse. De meeste studies laten zien dat na de invoering van een nieuwe technologie de taakeisen toenemen. De relatie met hulpbronnen en het verband tussen de veranderde werkkenmerken en welzijn is echter minder eenduidig. Wel suggereren de resultaten dat gerichte training en self-efficacy een belangrijke rol spelen bij het waarborgen van een motiverende werkomgeving na de implementatie van een nieuw systeem. Het is van belang om in toekomstig onderzoek naar de impact van technologische vernieuwingen niet alleen de veranderingen in taakeisen te onderzoeken, maar ook systematisch de rol van hulpbronnen te bestuderen. We verwachten dat dit meer inzicht kan bieden in het verklaren van de gemengde bevindingen.","PeriodicalId":43933,"journal":{"name":"Gedrag & Organisatie","volume":" ","pages":""},"PeriodicalIF":0.5,"publicationDate":"2020-12-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"42582058","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":4,"RegionCategory":"心理学","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Pub Date : 2020-12-01DOI: 10.5117/2020.033.004.006
Anita de Vries, V. Brenninkmeijer, T. Vuuren, N. D. Cuyper
De COVID-19-pandemie en de daarmee gepaard gaande maatregelen hebben een enorme impact op onze samenleving. Naast directe gevolgen voor onze gezondheid en ons psychologisch welbevinden, zijn er belangrijke consequenties op het gebied van werk en inkomen. Ook al weten we niet hoe toekomstige ontwikkelingen rondom het virus eruit zullen zien, COVID-19 kan nu al beschouwd worden als een game changer die de manier waarop werknemers en organisaties opereren ingrijpend heeft veranderd.
{"title":"Call for papers voor het G&O-themanummer 2021: 'De impact van COVID-19 op werknemers en organisaties'","authors":"Anita de Vries, V. Brenninkmeijer, T. Vuuren, N. D. Cuyper","doi":"10.5117/2020.033.004.006","DOIUrl":"https://doi.org/10.5117/2020.033.004.006","url":null,"abstract":"De COVID-19-pandemie en de daarmee gepaard gaande maatregelen hebben een enorme impact op onze samenleving. Naast directe gevolgen voor onze gezondheid en ons psychologisch welbevinden, zijn er belangrijke consequenties op het gebied van werk en inkomen. Ook al weten we niet hoe toekomstige ontwikkelingen rondom het virus eruit zullen zien, COVID-19 kan nu al beschouwd worden als een game changer die de manier waarop werknemers en organisaties opereren ingrijpend heeft veranderd.","PeriodicalId":43933,"journal":{"name":"Gedrag & Organisatie","volume":"1 1","pages":""},"PeriodicalIF":0.5,"publicationDate":"2020-12-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"41504294","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":4,"RegionCategory":"心理学","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Pub Date : 2020-11-16DOI: 10.5117/2020.033.004.001
Eva Derous, Eric F. Rietzschel
Toen we afgelopen najaar een call for papers publiceerden voor een themanummer over de toekomst van werk, konden we niet weten wat er in 2020 allemaal zou veranderen. Reflecties op en speculaties over de toekomst zijn zo oud als de mensheid, en ook beschouwingen over de toekomst van werk zijn niet nieuw. Zulke beschouwingen gaan traditioneel veelal over de effecten van technologie: de uitvinding van allerhande machines, geautomatiseerde productieprocessen, informatie- en communicatietechnologie, digitale media en internet hebben allemaal hun, vaak onverwachte, stempel gedrukt op de manier waarop we werken en ons werk beleven. Ook nu, in een tijdperk waarin het werkende leven voor veel mensen door de coronacrisis is veranderd in een permanente exercitie in digitale vaardigheden (of een permanente confrontatie met het gebrek daaraan), ligt technologie in het hart van speculaties over de toekomst van werk.
{"title":"De toekomst van werk: impact van technologie op organisaties (deel 1)","authors":"Eva Derous, Eric F. Rietzschel","doi":"10.5117/2020.033.004.001","DOIUrl":"https://doi.org/10.5117/2020.033.004.001","url":null,"abstract":"Toen we afgelopen najaar een call for papers publiceerden voor een themanummer over de toekomst van werk, konden we niet weten wat er in 2020 allemaal zou veranderen. Reflecties op en speculaties over de toekomst zijn zo oud als de mensheid, en ook beschouwingen over de toekomst van werk zijn niet nieuw. Zulke beschouwingen gaan traditioneel veelal over de effecten van technologie: de uitvinding van allerhande machines, geautomatiseerde productieprocessen, informatie- en communicatietechnologie, digitale media en internet hebben allemaal hun, vaak onverwachte, stempel gedrukt op de manier waarop we werken en ons werk beleven. Ook nu, in een tijdperk waarin het werkende leven voor veel mensen door de coronacrisis is veranderd in een permanente exercitie in digitale vaardigheden (of een permanente confrontatie met het gebrek daaraan), ligt technologie in het hart van speculaties over de toekomst van werk.","PeriodicalId":43933,"journal":{"name":"Gedrag & Organisatie","volume":" ","pages":""},"PeriodicalIF":0.5,"publicationDate":"2020-11-16","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"46825934","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":4,"RegionCategory":"心理学","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Pub Date : 2020-09-01DOI: 10.5117/2020.033.003.003
Hannah Van Borm, Stijn Baert
Onderzoek heeft aangetoond dat discriminatie in het wervings- en selectieproces ten aanzien van oudere kandidaten die solliciteren voor een baan (jobkandidaten), een groot probleem is in België. Over de redenen voor deze discriminatie is echter nog weinig bekend. In deze studie presenteren we een vignettenexperiment uitgevoerd bij 193 Vlaamse HR-professionals om na te gaan welke stereotypen en attituden ten aanzien van oudere jobkandidaten leeftijdsdiscriminatie in werving en selectie verklaren. Elke participant beoordeelde vijf fictieve jobkandidaten op een aantal kenmerken. Dit resulteerde in 965 sets met observaties. De resultaten laten zien dat recruiters een oudere leeftijd op een cv associëren met lagere fysieke capaciteiten, minder technologische knowhow, een lagere flexibiliteit, een lagere trainbaarheid en een hogere mate van betrouwbaarheid. Daarnaast vermoeden recruiters dat andere werknemers minder graag zullen samenwerken met oudere jobkandidaten. Van deze verschillende leeftijdssignalen fungeren de percepties omtrent flexibiliteit en technologische knowhow als voornaamste verklaringen voor het negatieve effect van iemands leeftijd op diens tewerkstellingskansen. Bovendien vinden we dat leeftijdsdiscriminatie sterker is in beroepen die worden geassocieerd met hoge fysieke inspanning. Deze studie is maatschappelijk relevant daar de effectiviteit van antidiscriminatiebeleid afhangt van de mate waarin dit beleid inspeelt op de mechanismen en moderatoren onderliggend aan discriminatie.
{"title":"Stigma's van minder flexibiliteit en minder technologische kennis verlagen jobkansen voor 50-plussers","authors":"Hannah Van Borm, Stijn Baert","doi":"10.5117/2020.033.003.003","DOIUrl":"https://doi.org/10.5117/2020.033.003.003","url":null,"abstract":"Onderzoek heeft aangetoond dat discriminatie in het wervings- en selectieproces ten aanzien van oudere kandidaten die solliciteren voor een baan (jobkandidaten), een groot probleem is in België. Over de redenen voor deze discriminatie is echter nog weinig bekend. In deze studie presenteren we een vignettenexperiment uitgevoerd bij 193 Vlaamse HR-professionals om na te gaan welke stereotypen en attituden ten aanzien van oudere jobkandidaten leeftijdsdiscriminatie in werving en selectie verklaren. Elke participant beoordeelde vijf fictieve jobkandidaten op een aantal kenmerken. Dit resulteerde in 965 sets met observaties. De resultaten laten zien dat recruiters een oudere leeftijd op een cv associëren met lagere fysieke capaciteiten, minder technologische knowhow, een lagere flexibiliteit, een lagere trainbaarheid en een hogere mate van betrouwbaarheid. Daarnaast vermoeden recruiters dat andere werknemers minder graag zullen samenwerken met oudere jobkandidaten. Van deze verschillende leeftijdssignalen fungeren de percepties omtrent flexibiliteit en technologische knowhow als voornaamste verklaringen voor het negatieve effect van iemands leeftijd op diens tewerkstellingskansen. Bovendien vinden we dat leeftijdsdiscriminatie sterker is in beroepen die worden geassocieerd met hoge fysieke inspanning. Deze studie is maatschappelijk relevant daar de effectiviteit van antidiscriminatiebeleid afhangt van de mate waarin dit beleid inspeelt op de mechanismen en moderatoren onderliggend aan discriminatie.","PeriodicalId":43933,"journal":{"name":"Gedrag & Organisatie","volume":" ","pages":""},"PeriodicalIF":0.5,"publicationDate":"2020-09-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"43912984","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":4,"RegionCategory":"心理学","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Pub Date : 2020-09-01DOI: 10.5117/2020.033.003.002
A. Lange
Door lagere geboortecijfers, een hogere levensverwachting en een stijgende pensioenleeftijd is het thema succesvol ouder worden op het werk een belangrijk onderwerp geworden. In deze oratie-bewerking wordt het belang van het hanteren van een positief levenslooppsychologisch perspectief op het thema zelfmanagement en succesvol ouder worden op het werk benadrukt. Hierbij wordt aandacht besteed aan: (1) definities en theorievorming omtrent de begrippen zelfmanagement en succesvol ouder worden op het werk, (2) zelfmanagementhulpbronnen die ingezet kunnen worden door werkenden gedurende de beroepsloopbaan, en (3) mogelijke arbeids- en organisatiepsychologische interventies om zelfmanagement van werkenden positief te kunnen beïnvloeden. Tot slot (4) wordt een onderzoeksagenda gepresenteerd voor toekomstig (toegepast) wetenschappelijk onderzoek naar zelfmanagement en succesvol ouder worden op het werk.
{"title":"Succesvol ouder worden op het werk? Positief psychologische perspectieven op zelfmanagement op het werkDit is een bewerking van de oratie van prof. dr. Annet de Lange, uitgesproken op 1 november 2019 aan de Open Universiteit in Heerlen.","authors":"A. Lange","doi":"10.5117/2020.033.003.002","DOIUrl":"https://doi.org/10.5117/2020.033.003.002","url":null,"abstract":"Door lagere geboortecijfers, een hogere levensverwachting en een stijgende pensioenleeftijd is het thema succesvol ouder worden op het werk een belangrijk onderwerp geworden. In deze oratie-bewerking wordt het belang van het hanteren van een positief levenslooppsychologisch perspectief op het thema zelfmanagement en succesvol ouder worden op het werk benadrukt. Hierbij wordt aandacht besteed aan: (1) definities en theorievorming omtrent de begrippen zelfmanagement en succesvol ouder worden op het werk, (2) zelfmanagementhulpbronnen die ingezet kunnen worden door werkenden gedurende de beroepsloopbaan, en (3) mogelijke arbeids- en organisatiepsychologische interventies om zelfmanagement van werkenden positief te kunnen beïnvloeden. Tot slot (4) wordt een onderzoeksagenda gepresenteerd voor toekomstig (toegepast) wetenschappelijk onderzoek naar zelfmanagement en succesvol ouder worden op het werk.","PeriodicalId":43933,"journal":{"name":"Gedrag & Organisatie","volume":" ","pages":""},"PeriodicalIF":0.5,"publicationDate":"2020-09-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"46200097","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":4,"RegionCategory":"心理学","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Pub Date : 2020-09-01DOI: 10.5117/2020.033.003.001
M. Peeters
Organisaties implementeren technologische innovaties doorgaans met als doel de efficiëntie van aangeboden diensten en werkprocessen te verbeteren en optimaliseren. Toch blijkt dat een technologische transitie lang niet altijd tot het beoogde resultaat leidt en zelfs kan resulteren in slechtere prestaties en een verminderd welzijn van werknemers. Dit wordt ook wel de technologie-paradox genoemd. In deze uitgebreide bewerking van mijn oratie staat de vraag centraal hoe werknemers duurzaam kunnen blijven presteren onder de snel veranderende omstandigheden op het gebied van digitalisering. Er worden vier factoren besproken die van belang zijn voor duurzame werkprestaties, juist óók in tijden van verdergaande digitalisering: (1) een goed ontwerp van de functie; (2) een gezonde balans tussen werk en privé; (3) aandacht voor diversiteit van het personeel; (4) mogelijkheden voor 'job crafting', d.w.z. het sleutelen aan de eigen functie zodat deze zo goed mogelijk aansluit bij de capaciteiten en interesses van de werknemer. Er wordt ingegaan op de vraag hoe digitalisering deze factoren beïnvloedt en er worden voorstellen gepresenteerd voor onderzoek naar de wijze waarop duurzame prestaties in tijden van digitalisering gewaarborgd kunnen worden, zodat we de technologie-paradox kunnen reduceren en de potenties van technologie kunnen optimaliseren.
{"title":"Duurzame werkprestaties in tijden van digitalisering: van paradox naar potentieDit is een uitgebreide bewerking van de oratie van Maria Peeters, uitgesproken op 29 november 2019 aan de Technische Universiteit Eindhoven.","authors":"M. Peeters","doi":"10.5117/2020.033.003.001","DOIUrl":"https://doi.org/10.5117/2020.033.003.001","url":null,"abstract":"Organisaties implementeren technologische innovaties doorgaans met als doel de efficiëntie van aangeboden diensten en werkprocessen te verbeteren en optimaliseren. Toch blijkt dat een technologische transitie lang niet altijd tot het beoogde resultaat leidt en zelfs kan resulteren in slechtere prestaties en een verminderd welzijn van werknemers. Dit wordt ook wel de technologie-paradox genoemd. In deze uitgebreide bewerking van mijn oratie staat de vraag centraal hoe werknemers duurzaam kunnen blijven presteren onder de snel veranderende omstandigheden op het gebied van digitalisering. Er worden vier factoren besproken die van belang zijn voor duurzame werkprestaties, juist óók in tijden van verdergaande digitalisering: (1) een goed ontwerp van de functie; (2) een gezonde balans tussen werk en privé; (3) aandacht voor diversiteit van het personeel; (4) mogelijkheden voor 'job crafting', d.w.z. het sleutelen aan de eigen functie zodat deze zo goed mogelijk aansluit bij de capaciteiten en interesses van de werknemer. Er wordt ingegaan op de vraag hoe digitalisering deze factoren beïnvloedt en er worden voorstellen gepresenteerd voor onderzoek naar de wijze waarop duurzame prestaties in tijden van digitalisering gewaarborgd kunnen worden, zodat we de technologie-paradox kunnen reduceren en de potenties van technologie kunnen optimaliseren.","PeriodicalId":43933,"journal":{"name":"Gedrag & Organisatie","volume":" ","pages":""},"PeriodicalIF":0.5,"publicationDate":"2020-09-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"47406942","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":4,"RegionCategory":"心理学","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}
Pub Date : 2020-09-01DOI: 10.5117/2020.033.003.004
Michelle Van Laethem, D.G.J. Beckers, Sabine A. E. Geurts
Het doel van dit overzichtsartikel was om inzicht te krijgen in de temporele relaties tussen werkstress(oren), piekeren, en slaap. Ook werd de rol van piekeren onderzocht als een potentieel onderliggend mechanisme in de stress-slaaprelatie. Specifiek verwachtten we wederkerige relaties tussen werkstress(oren), piekeren en slaap. Daarnaast verwachtten we dat piekeren de relatie tussen werkstress(oren) en slaap gedeeltelijk verklaart. We bespreken drie deelonderzoeken uit een proefschrift (een literatuurstudie, twee prospectieve lange-termijnstudies, en een prospectieve korte-termijnstudie) waarin we deze verwachtingen toetsten. Daarnaast vullen we de kennis uit deze deelonderzoeken aan met bevindingen uit andere recente relevante literatuur. De studies besproken in dit artikel tonen aan dat er temporele en wederkerige relaties bestaan tussen werkstress(oren), piekeren en slaap. Tevens werd aangetoond dat piekeren een belangrijk onderliggend mechanisme is in de wederkerige relatie tussen stress en slaap.
{"title":"Stress en slaapproblemen: piekeren als onderliggend mechanisme","authors":"Michelle Van Laethem, D.G.J. Beckers, Sabine A. E. Geurts","doi":"10.5117/2020.033.003.004","DOIUrl":"https://doi.org/10.5117/2020.033.003.004","url":null,"abstract":"Het doel van dit overzichtsartikel was om inzicht te krijgen in de temporele relaties tussen werkstress(oren), piekeren, en slaap. Ook werd de rol van piekeren onderzocht als een potentieel onderliggend mechanisme in de stress-slaaprelatie. Specifiek verwachtten we wederkerige relaties tussen werkstress(oren), piekeren en slaap. Daarnaast verwachtten we dat piekeren de relatie tussen werkstress(oren) en slaap gedeeltelijk verklaart. We bespreken drie deelonderzoeken uit een proefschrift (een literatuurstudie, twee prospectieve lange-termijnstudies, en een prospectieve korte-termijnstudie) waarin we deze verwachtingen toetsten. Daarnaast vullen we de kennis uit deze deelonderzoeken aan met bevindingen uit andere recente relevante literatuur. De studies besproken in dit artikel tonen aan dat er temporele en wederkerige relaties bestaan tussen werkstress(oren), piekeren en slaap. Tevens werd aangetoond dat piekeren een belangrijk onderliggend mechanisme is in de wederkerige relatie tussen stress en slaap.","PeriodicalId":43933,"journal":{"name":"Gedrag & Organisatie","volume":" ","pages":""},"PeriodicalIF":0.5,"publicationDate":"2020-09-01","publicationTypes":"Journal Article","fieldsOfStudy":null,"isOpenAccess":false,"openAccessPdf":"","citationCount":null,"resultStr":null,"platform":"Semanticscholar","paperid":"48876779","PeriodicalName":null,"FirstCategoryId":null,"ListUrlMain":null,"RegionNum":4,"RegionCategory":"心理学","ArticlePicture":[],"TitleCN":null,"AbstractTextCN":null,"PMCID":"","EPubDate":null,"PubModel":null,"JCR":null,"JCRName":null,"Score":null,"Total":0}